Categorieën
Portugees kolonialisme

Sancho I (1185-1211); de strijd tegen de Almohaden. De Reconquista voltooid; versterking van de koninklijke macht

Deel 1 Index

Hoofdstuk 3

De Reconquista voltooid; versterking van de koninklijke macht

3.0 Sancho I (1185-1211); de strijd tegen de Almohaden

Geschreven door Arnold van Wickeren

Sancho is 31 jaar oud als hij zijn vader Afonso I opvolgt. Hij is goed voorbereid op het koningschap, omdat Afonso zijn zoon reeds vanaf zijn 16e jaar bij de staatszaken heeft betrokken en geleidelijk aan het bestuur van het land aan hem heeft overgelaten. Evenals Afonso I verleent Sancho I privileges aan nieuwe nederzettingen. In de provincie Beira worden de oude steden Covilhã, Guarda en Idanha opnieuw gesticht. Sancho verleent deze steden, alsmede de nieuw gestichte dorpen (concelhos), waaronder die in het zeer dun bevolkte Trás-os-Montes een zekere mate van zelfbestuur. De rechten van deze concelhos worden vastgelegd in oorkonden of forais. De nieuw gestichte concelhos oefenen, zoals bedoeld, aantrekkingskracht uit op mensen uit het meer feodale Minho. Zij worden bovendien bevolkt met horigen, die daarmee hun vrijheid verkrijgen, alsmede door uit de gevangenis ontslagen christenen, die eveneens vrij man zullen zijn, nadat zij een jaar in een concelho hebben gewoond. Bovendien genieten zij die zich in een nieuwe concelho vestigen, bepaalde belastingvoordelen. Tegenover deze voordelen staan ook nadelen. Zo moeten de concelhos in het zuiden defensieverplichtingen op zich nemen. De grondbezittende burgers worden verplicht zich van een paard en wapens te voorzien en zij worden als cavaleiros-vilãos bij de verdediging van het land ingeschakeld. Minder vermogende burgers moeten het land als voetvolk (peões) verdedigen.

Cavaleiros-vilãos en peões dienen wellicht ook deel te nemen aan overvallen (fossados) op moslim-gebied. De in de veroverde gebieden achtergebleven islamieten worden niet verdreven; ook zij krijgen bepaalde rechten, hetgeen niet wegneemt dat velen van hen in slavernij geraken. Tegen het einde van de 12e eeuw ontstaan er politieke contacten met andere West-Europese landen zoals Frankrijk, Vlaanderen en Engeland. In 1184 huwt een dochter van Afonso Henriques, de infanta Teresa, met graaf Philippe van Vlaanderen en daarna (1194) met hertog Eudes III van Bourgondië. In 1199 zendt de Engelse koning John (1199-1216), die de geschiedenis zal ingaan als Jan zonder Land, een gezant om over zijn huwelijk met een van de dochters van Sancho te onderhandelen, terwijl Sancho’s zoon Fernando rond 1211 in het huwelijk treedt met gravin Jeanne van Vlaanderen. Met de politieke banden nemen ook de handelscontacten toe. Portugese handelaren bereiken tegen het einde van de 12e eeuw de Britse eilanden en Ierland. In Londen komen zij in contact met het hof. De Engelse koningen verlenen de Portugezen talrijke privileges en waarborgen hun veiligheid. In ruil hiervoor vestigen zich Portugese kooplieden in Bordeaux, waar zij aan de Engelse koningen geld lenen voor hun strijd op Franse bodem. Er vestigen zich, op verzoek van gezanten van de Portugese koning, honderden buitenlanders, vooral Duitsers in de veroverde gebieden.

Tijdens het bewind van Sancho I vindt er een nieuwe gevechts-ronde met de moslims plaats. De Portugezen hebben veel te lijden van moorse zeerovers. Zij zijn er daarom meer op gebrand de havensteden in het zuiden, van waaruit de piraten opereren te veroveren dan terreinwinst in het achterland te boeken. Een goede mogelijkheid doet zich voor als in Lissabon een vloot van kruis-vaarders binnenloopt. Zij zijn, na de verovering van Jeruzalem in 1187, op de terugweg naar huis. Sancho verovert met hun hulp na zware strijd op 3 september 1189 Shilb (Silves). De inwoners, 20 of 30.000 in getal, krijgen een vrije aftocht en trekken naar Ishbiliya (Sevilla). De kruisvaarders plunderen huizen en winkels in zo’n grote wanorde, dat Sancho hen naar hun schepen terugdrijft. Kalief al-Mansūr laat het verlies van Shilb niet over zijn kant gaan en besluit wraak te nemen. Op 1 mei 1190 landt een leger van de Almohaden in Tabira (Tavira). Al-Mansūr sluit een wapenstilstand met Alfonso VIII van Castilië en met zijn rivaal Alfonso IX van Léon (1188-1230). De verhouding tussen deze staten is slecht, omdat Alfonso IX niet de suzereiniteit van de koning van Castilië over Léon aanvaardt en weigert Alfonso VIII in zijn strijd tegen de Almohaden te ondersteunen. Hiermee laat Alfonso IX de verdenking op zich een vriend en bondgenoot van de moslims te zijn. In 1197 zal paus Coelestinus III (1191-1198) zelfs een bul het licht doen zien, waarin hij degenen die een oorlog tegen Alfonso IX beginnen een volle aflaat belooft. Al-Mansūr heeft, dankzij zijn wapenstilstand met Castilië en León, zijn handen vrij om tegen de Portugal op te treden. Hij zendt zijn vloot naar Silves, dat hij belegert, terwijl zijn leger plunderend en brandschattend optrekt naar het noorden. Hij steekt de Taag over en valt Estremadura binnen en bereikt Torras Novas. Dan arriveert de Engelse koning Richard Leeuwenhart (1189-1199), op weg naar het Heilige Land, in Lissabon. Honderd kruisridders toegevoegd aan de verdediging van Silves en 500 aan die van Santarém zijn voldoende om de Almohaden te verhinderen deze plaatsen in te nemen. De tempeliers slagen erin Tomar te behouden. In april 1191 verlaat al-Mansūr met zijn hoofdmacht Ishbiliya (Sevilla) en voegt zich bij zijn schepen in Alcácer do Sal (al-Kasr Abū Dānis). Op 10 juni valt de stad in zijn handen. Daarna wordt Palmela met de grond gelijk gemaakt en Almada verwoest. Op 27 juni zijn de Almohaden bij Silves, dat zich in juli overgeeft. Afgezien van Évora, is het gehele gebied ten zuiden van de Taag weer in handen van de moslims. Op 19 juli 1195 behaalt al-Mansūr bij Alarcós (ten zuiden van Toledo) een zeer grote overwinning op Alfonso VIII van Castilië en twee jaar later slaagt Sancho er ondanks de hulp van kruisridders niet in Silves te heroveren.

In zijn latere jaren is Sancho I met paus Innocentius III (1198-1216) verwikkeld in een geschil over de betaling van schatting aan de Heilige Stoel. Sancho ligt ook overhoop met de bisschop van Porto, die de steun heeft van Innocentius III. De vrede wordt echter getekend voordat Sancho I in 1211 sterft. Het is aan zijn zoon Afonso te trachten de macht van de kroon te versterken ten koste van die van de kerk. Sancho heeft tijdens zijn leven grote rijkdom vergaard. Hij laat aan zijn kinderen, maar ook aan steden, instellingen, kloosters, kerken en zelfs aan enkele bevriende adellijke families, bezittingen na met een gezamenlijke waarde van een miljoen morabitinos. De buitensporige omvang van de erfdelen die Sancho aan de broers en zussen van troonopvolger Afonso nalaat, zal door deze worden aangevochten, hetgeen tot grote onrust in het land zal leiden.

3.1. Afonso II (1211-1223); geschillen met kerk en adel