Hoofdstuk 1.
Portugal onder koning Manuel I (1495-1521)
1.2 Bestuur, wetgeving en rechtspraak
Geschreven door Arnold van Wickeren
Het bewind van koning Manuel wordt gekenmerkt door een uitmuntend bestuur. De koning weet zijn ministers en andere functionarissen met zorg te kiezen en hij beloont zijn dienaren uitstekend. De koning is niet langer de verdediger van het recht, maar hij belichaamt de staat. De omvang en de complexiteit van de staatszaken is zozeer toegenomen, dat de koning zich laat bijstaan door een kabinet bestaande uit zes ministers of secretarissen: de chanceler-mor (grootkanselier); de escrivão da puridade, de secretário d’el rei, die de koning overal volgt; twee corregedores da corte, een voor civiele en de ander voor strafzaken en tenslotte de meirinho-mor, die het beheer van en de rechtspraak aangaande landgoederen controleert en die bevoegd is adellijke personen in naam des konings te arresteren.
Ofschoon de publieke inkomsten, waarvan niet minder dan 81 procent aan de koninklijke familie en aan ‘s konings vazallen toevalt, van 1477 tot 1518 stijgen van 145.000 tot 320.000 cruzados (in 1557 zullen de inkomsten zelfs oplopen tot 607.000 cruzados), nemen de uitgaven van het hof nog meer toe. Tekorten worden bestreden met de inkomsten uit de koninklijke handelsmonopolies. Koning Manuel behoeft, anders dan zijn voorgangers en opvolgers nauwelijks de cortes bijeen te roepen om instemming voor belastingverhoging ten bate van de koninklijke schatkist te verkrijgen. Slechts eenmaal, in 1502, gaat de cortes ermee akkoord dat 20 miljoen reais extra in de koninklijke schatkist vloeit. Het geld is bestemd voor de bouw van fortificaties in Marokko.
De rol van de cortes is gering. Heeft Afonso V, omdat hij geld nodig had, de cortes nog bijna ieder jaar bijeen geroepen, in de periode 1481-1502 vergadert de volksvertegenwoordiging nog maar gemiddeld eens in de drie jaar, terwijl de cortes tussen 1502 en 1544 slechts driemaal wordt geraadpleegd. Het absolute koningschap en een periodieke dialoog tussen vorst en volk zijn kennelijk moeilijk te verenigen. De koningen Afonso V (1438-1481) en João II (1481-1495) hebben, om de handel te bevorderen, vergeefs getracht eenheid te brengen in de talloze vaak per plaats verschillende maten en gewichten. In 1499 lukt dit koning Manuel (1495-1521) wel. Hij voert ook de unificatie door in de voorheen ongecontroleerde en soms illegale belastingheffing van gemeenten. In de nieuwe forais (gemeentewetten) wordt een uitputtende lijst opgenomen van aan de koning en aan de feodale heren te betalen belastingen. Vooral de uniformering van doorvoerheffingen bevordert de binnen- en buitenlandse handel. In de jaren 1512-1521 komt een codificatie van de wetgeving tot stand, de Ordenações Manuelinas. Er is niet slechts sprake van wijzigingen en vervanging van de Ordenações Afonsinas uit de tijd van Afonso V en João II, maar er komt een echte codex tot stand. De Ordenações Manuelinas hebben niet alleen betrekking op de eerder besproken unificatie van maten en gewichten en de belastingheffing, maar ook op de staatsinstellingen en de rechtspraak, ook die op lokaal niveau. De belangrijkste rechtbanken zijn de Casa do Civiel en de Casa da Justiça da Corte. In 1515 gaat paus Leo X akkoord met de instelling van het Heilig Officie van de Inquisitie in Portugal, nadat koning Manuel de Heilige Stoel verschillende malen heeft gevraagd deze rechtbank in te stellen. Hij verlangt van de Heilige Stoel hetzelfde machtsinstrument als paus Sixtus IV na 1478 aan de Reis Católicos heeft gegeven. De oprichting van de Inquisitie heeft, anders dan wel beweerd is, niets met de Reformatie van doen; Luther rebelleert immers eerst twee jaar later tegen de paus. Evenmin vormen de joden en de Moren in Portugal een bedreiging van de eenheid van de staat. Het werkelijke doel van de Inquisitie is de koning een nieuw wapen te verschaffen in zijn streven naar centralisatie van de macht en de uitoefening van koninklijke controle op de burgers. De Heilige Stoel verschaft de kroon met het instellen van de Inquisitie een machtig wapen. De rechters worden immers, ofschoon zij geestelijken zijn, benoemd door de kroon.
Voor bestuurs- en juridische doeleinden is Portugal verdeeld in zes provincies of comarcas, in elk waarvan de koning vertegenwoordigd wordt door de corregedor. De zes provincies zijn: Entre-Douro-e-Minho, Trás-os-Montes, Beira, Estramadura, Alentejo en de Algarve. De Algarve heeft de status van een afzonderlijk koninkrijk, reden waarom de Portugese monarchen zich betitelen als `koning van Portugal en de Algarve’. Voor financiële doeleinden is het rijk verdeeld in almoxarifados, die onder het gezag staan van een almoxarife. Hij is belast met het innen van belasting ten bate van de kroon. Rond 1500 zijn er 26 of 27 van dergelijke districten. Een derde indeling van het land is de kerkelijke indeling in bisdommen, welke indeling ook vaak in burgerlijke zaken wordt gehanteerd. Vanaf de Reconquista tot in Manuels tijd zijn er negen diocesen: Braga, Porto, Lamego, Viseu, Coimbra, Guarda, Lisboa, Évora en Silves.