Categorieën
Portugees kolonialisme

De ontdekking van Californië. Het aandeel van Portugezen in de ontdekking van Noord-Amerika

Deel 8 Index

Bijlage 2.

Het aandeel van Portugezen in de ontdekking van Noord-Amerika

2.0. De ontdekking van Californië

Geschreven door Arnold van Wickeren

Het gaat in deze bijlage om het aandeel van Portugezen in de ontdekking van wat later de Verenigde Staten van Noord-Amerika zullen worden rond het jaar 1542. Van de ontdekkingen in veel noordelijker streken van het Amerikaanse continent in de 15e en in het begin van de 16e eeuw wordt verwezen naar: par. 2.8 van deel II, par. 2.1 van deel VI en pagina 41.

2.0 De ontdekking van Californië.

De ontdekking van Californië staat op naam van João Rodrigues Cabrilho (Juan Rodriguez Cabrillo). Deze Portugees in Spaanse dienst arriveert, in gezelschap van Pedro Alvarato, omstreeks 1518 op Cuba. Korte tijd later vergezelt hij de Spaanse krijgsman Panfilo de Narvaez, als kapitein op een van zijn schepen, naar Nieuw Spanje (Mexico), waar hij in april 1520 aankomt. In hetzelfde jaar bewijst Cabrilho in de Slag bij Atumba tegen de Azteken dat hij een bekwaam aanvoerder is. Zijn bekwaamheden blijken opnieuw in de expedities naar Oxaca en naar Guatemala. Aan de kust van dat laatste land laat hij in 1540 schepen bouwen voor een verkenningstocht naar het legendarische eiland van de ‘Sete Cidades (zie deel II, pag. 134-135). Men verbeeldde zich toentertijd dat dit eiland in Noord-Amerika gezocht moest worden. Politieke verdeeldheid onder zijn Spaanse opdracht-gevers verhindert echter dat de expeditie uitzeilt.

In die tijd is de westkust van de latere Verenigde Staten nog totaal onbe-kend, maar men gelooft algemeen dat er een doorgang moet zijn tussen de Atlantische en de Grote Oceaan, wat voor de Spaanse verbindingen tussen beide oceanen een enorm voordeel zou zijn. Don Antonio de Mendoza, onderkoning van Nieuw Spanje, die de zeevaartkundige en leidinggevende kwaliteiten van Cabrilho onderkent, belast hem in 1542 met een onderzoek naar de veronderstelde doorgang, die in de mystieke geografie de naam ‘Estrecho de Anian’ heeft gekregen. Op 27 juni van hetzelfde jaar vertrekt Cabrilho met twee kleine schepen uit een haven aan de westkust van Nieuw Spanje en gaat op zoek naar de veronderstelde zeestraat. Na een tocht van drie maanden in noordelijke richting, ontdekt hij op 28 september een haven die hij São Miguel noemt. In feite is de Portugese zeevaarder de huidige Baai van San Diego binnengevaren, waarmee hij de huidige staat Californië heeft ontdekt. Tijdens het zesdaagse verblijf in genoemde haven, tonen de Indianen zich ontzet bij het zien van de blanken. ’s Nachts schieten zij op enige Spanjaarden die aan het vissen zijn pijlen af, waarbij zij drie van hen verwonden. Men heeft verondersteld dat de vijandige houding die de Indianen aannemen, is ingegeven door berichten uit het oosten, dat wil zeggen uit streken in het binnenland die op dezelfde breedtegraad liggen en die toen al door de Spanjaarden bereikt waren. De pijlenschieters hebben er wellicht weet van dat de eerste contacten tussen de Spanjaarden en de Indianen in die oostelijke streken vaak allerminst vreedzaam zijn verlopen.

João Rodrigues Cabrilho tracht daarentegen vriendschap te sluiten met de Indianen. Hij doet dit door hen, zowel bij de eerste als bij latere ontmoetin-gen, geschenken aan te bieden en alles te vermijden wat deze primitieve mensen angstig zou kunnen maken of wat vijandige gevoelens bij hen zou kunnen opwekken. Cabrilho gedraagt zich dus zoals Pedro Álvares Cabral zich in Brazilië tegenover de Indianen gedragen heeft en de eerste betrek-kingen tussen de vreemdelingen en de Indianen ontwikkelen zich vreedzaam, een feit dat Californische historici met voldoening hebben vastgesteld. Op 3 oktober vervolgt de kleine expeditie haar weg naar het noorden. Zij arriveert achtereenvolgens bij de eilanden Santa Catalina en São Clemente, in de Baía dos Fumos, voor het huidige Santa Monica en bij de eilanden in het Kanaal van Santa Barbara. Vandaar zeilen de schepen langs de kust tot ongeveer 34 NB. Hier staat zo’n sterke noordwestenwind dat de zeelieden genoodzaakt zijn terug te keren naar de laatste archipel. Op het kleine eiland São Miguel, waar zij een week blijven, komt Cabrilho ten val en breekt zijn arm vlak onder de schouder. Ondanks zijn fysieke handicap, die hem danig hindert, zet de Portugese commandant de reis voort. De schepen tornen 3½ maand bijna voortdurend tegen zware stormen op, waarbij zij soms gedwongen worden terug te keren en een schuilplaats op te zoeken. Op ongeveer 39 NB bereikt Cabrilho de omgeving van Forte Ross, daarna komt hij in de Baai van Monte Rey en vervolgens aan de Golden Gate, aan de ingang van de Baai van San Francisco, en Drakes bay. Deze laatste baai heeft Cabrilho op 16 november ontdekt, nadat hevige stormen, die de schepen op de kust te pletter dreigden te laten slaan, hem tot de terugtocht hadden gedwongen om beschutting te zoeken in een andere baai. Nog dezelfde dag wordt de Golden Gate vanuit de verte gezien.

Eind november keert Cabrilho opnieuw terug naar de eilanden in het Kanaal van Santa Barbara, met de bedoeling daar drie maanden te blijven om de schade die de schepen hebben opgelopen te herstellen en de mannen op verhaal te laten komen. Maar als er op 3 januari nauwelijks een maand verstreken is, bezwijkt Cabrilho aan de gevolgen van zijn armbreuk. De zeer slechte weersomstandigheden tijdens de stormachtige maanden oktober en november hebben zijn toestand zodanig verslechterd dat dit hem noodlot-tig is geworden. Bartolomeu Ferrolo, die door Cabrilho nog geen uur voordat hij overlijdt als zijn opvolger is aangewezen, geeft 18 februari 1543 bevel de tocht voort te zetten en op 1 maart wordt op 42 30’ NB de noordgrens van Californië bereikt. De omstandigheden tijdens de terugreis zijn niet te vergelijken met de tocht in tegengestelde richting, waarin 800 zeemijlen kust zijn onderzocht. Na een reis van 1½ maand zijn de schepen terug in de haven van vertrek, terwijl de heenreis acht maanden heeft gevergd.

2.1 Andere verkenningstochten.