Hoofdstuk 4
Twisten met Castilië
4.3 De revolutie (1383-1385); stichting van het Huis Aviz
Geschreven door Arnold van Wickeren
Omdat Fernando geen mannelijke nakomelingen heeft, valt de troon toe aan het eerste kind (zoon of dochter) dat geboren zal worden uit het huwelijk van Juan I van Castilië en Fernando’s dochter Beatriz. Tot die tijd zal koningin-moeder Leonor Teles als regentes (regedor e governador) Portugal regeren. Bovendien is overeengekomen dat het huwelijk van Juan en Beatriz onder geen omstandigheid ertoe zal leiden dat de koninkrijken Portugal en Castilië verenigd worden. Na het overlijden van Fernando breken er in Lissabon en wellicht ook elders ongeregeldheden uit. Zij richten zich vooral tegen Leonor Teles en João Fernandez Andeiro. Deze genieten wellicht de steun van het grootste deel van de landadel, maar zij zijn gehaat bij de bourgeoisie en de lagere klassen. De oppositie wordt aangevoerd door João, meester van de religieus-militaire Orde van Aviz (voorheen Calatrava). Hij is de onwettige zoon van koning Pedro I en Teresa Lourenço. Juan I, gebruikmakend van de verdeeldheid in het buurland, eist de troon van Portugal op voor Beatriz en zichzelf. Wellicht daartoe uitgenodigd door João van Aviz, valt Juan in december 1383 Portugal binnen en neemt de stad Guarda in. De verontwaardiging in Lissabon tegen de invasie van de Castilianen is groot. Het volk herinnert zich maar al te goed de verwoestingen die zij in de jaren zeventig in Portugal hebben aangericht. Een golf van haat tegen het Galicische regime van Leonor Teles en Andeiro spoelt over de stad. João van Aviz wordt als aanvoerder van de opstand door de publieke opinie gedwongen zich zowel te keren tegen Leonor Teles en Andeiro, als tegen Juan en Beatriz. Hij breekt binnen in het koninklijk paleis in Lissabon en vermoordt Andeiro.
In het daarop volgende tumult wordt de Spaanse bisschop van de stad van de toren van de kathedraal gegooid en vlucht Leonor Teles naar Alenquer. De burgers van Lissabon dwingen João van Aviz ertoe de titel `regedor e defensor do Reino’(regent en verdediger van het koninkrijk) aan te nemen. Als het nieuws van de opstand Porto, Évora en andere steden bereikt, verdrijft de bevolking daarvan de aanhangers van Castilië. Leonor Teles vlucht van Alenquer naar Santarém. Juan I van Castilië schiet haar te hulp, maar verbant haar al spoedig naar een Spaans klooster.
Als steeds meer Baskische schepen en Castiliaanse troepen in Portugal arriveren, zendt João van Aviz een missie naar Engeland om de hulp van dat land in te roepen. De situatie wordt verder gecompliceerd, omdat zestig – meest kleine – plaatsen en kastelen gekozen hebben voor Castilië; zij zijn van mening dat Beatriz recht heeft op de troon van Portugal. Nuno Álvares Pereira, een bastaardzoon van de meester van de hospitaalridders, wordt ondanks zijn jeugd belast met de verdediging van Alentejo. Hij behaalt door bekwaam leidinggeven op 6 april 1384 een over-winning bij Atoleiros. Hij kan echter niet verhinderen dat steeds meer Castiliaanse troepen Lissabon bereiken. De stad wordt gedurende vijf maanden belegerd, maar als onder de belegeraars de pest uitbreekt, die 200 slachtoffers per dag eist, onder wie de beroemde admiraal Sancho de Tovar, zijn de belegeraars genoodzaakt zich terug te trekken naar Sevilla.
De pest blijft niet beperkt tot de Castilianen; Portugal wordt, na de epidemieën van 1348 en 1356, in 1384 voor de derde maal door de pest getroffen. Ondertussen roept João van Aviz zichzelf tot koning João I uit. De cortes, die door João op 6 april 1385 in Coimbra is bijeengeroepen, stemt hiermee in. Deze instemming wordt echter eerst verkregen, nadat een befaamde staatsrechtgeleerde, João das Regras, de cortes ervan heeft weten te overtuigen dat noch Beatriz, noch de onwettige zonen van koning Pedro en Inês de Castro, João en Dinis, rechtsgeldig aanspraak op de troon kunnen maken, ook al beweren de beide broers dat hun ouders in het geheim in het huwelijk zijn getreden. Daarna wordt João das Regas door koning João I tot zijn eerste kanselier benoemd. Ondertussen hebben zich in Plymouth 800 Engelse soldaten verzameld om de Portugezen te hulp te komen. João I zendt zes galeien naar Engeland om de troepen op te halen. Het is vermoedelijk dit eskader dat op weg naar Plymouth de eerste grote Portugese maritieme overwinning op een buitenlandse mogendheid boekt. De Amerikaanse historicus Barbara Tuchman vermeldt een uiterst gedurfde kaaptocht van Portugese schepen op de Seine, waarbij zij het schip van de heer van Coucy, `een van de kostbaarste van de gehele vloot…….zeer groot en rijk versierd’ en twee andere schepen buitmaken. De drie schepen behoorden tot een enorme Franse vloot bedoeld voor een invasie in Engeland, waarvan het overigens niet is gekomen.
Een aantal Portugese steden en kastelen is nog steeds op de hand van Castilië als Juan I in mei 1385 met een aanzienlijke legermacht in Centraal-Portugal verschijnt. Hij heeft de bedoeling op te trekken naar Lissabon. Dit leger is veel groter dan wat de Portugezen daartegenover kunnen stellen, ondanks dat zij gesteund worden door 800 Engelse boogschutters. Onder de bekwame leiding van Nuno Álvares Pereira winnen de Portugezen op 14 augustus 1385 de grote Slag van Aljubarrota, in het noorden van Estremadura. In deze slag, waarin de Engelse boogschutters een niet onbelangrijk aandeel schijnen te hebben gehad, wordt de Castiliaanse cavalerie uit elkaar geslagen en weet Juan I nauwelijks te ontsnappen. In de daarop gevoerde minder belangrijke gevechten bij Trancoso en Valverde worden de Castilianen opnieuw verslagen. Ter herinnering aan de grote overwinning bij Aljubarrota begint João in Batalha met de bouw van een klooster en een kerk. De legende wil dat hij aan de vooravond van de Slag bij Aljubarrota een gelofte heeft afgelegd, waarin hij God zou hebben beloofd een kerk te bouwen, als de veldslag met Zijn hulp gewonnen zou worden. De kerk wordt 240 meter lang, 66 meter breed en 97 meter hoog. Er wordt meer dan een eeuw aan het enorme godshuis gebouwd, desondanks zijn enkele kapellen onvoltooid gebleven. Het prachtige gotische bouwwerk is de grootste kerk van Portugal. De overwinning bij Aljubarrota verzekert João I van zijn koninkrijk en is ook in ander opzicht van historische betekenis. Een ridderleger wordt verslagen door gewapende boeren, evenals in hetzelfde jaar het geval is bij Sempach, waar Zwitserse boeren een overwinning behalen op een leger van ridders van de Oostenrijkse Habsburgers. Beide veldslagen tonen aan dat persoonlijke dapperheid en krijgslisten de ridders niet noodzakelijkerwijs de overwinning bezorgen. Coördinatie en het behouden van overzicht tijdens de gevechten zijn belangrijker dan het zich met grote moed op de vijand storten, waarbij de ridders elkaar soms verdringen om als lid van de `avantgarde’ te kunnen opvallen in dapperheid.
João I wordt spoedig door het buitenland als koning van Portugal erkend en de overwinning op Castilië maakt het land tot een begeerde bondgenoot. Een bondgenootschap met Engeland ligt voor de hand, omdat een legertje Engelse boogschutters in de Slag bij Aljubarrota heeft meegevochten. Engeland en Portugal sluiten dan ook op 17 mei 1386 het Verdrag van Westminster. Dit verdrag verheft de Anglo-Portugese relatie tot een zeer stevig bondge-nootschap tussen de Engelse en de Portugese kroon, dat een permanent karakter zal aannemen. De hertog van Lancaster, die zichzelf nog steeds beschouwt als rechthebbende op de troon van Castilië, komt volgens afspraak in juli 1386 naar het Iberisch schiereiland. Hij onderneemt, in samenwerking met João I, een aanval op Castilië. Deze derde fase van de oorlog met Castilië, die tot november 1387 duurt en buiten de grenzen van Portugal wordt uitgevochten, verloopt voor de bondgenoten weinig succesrijk. Nog in 1387 wordt een voorlopige bestand ondertekend. Na afloop daarvan vinden in de jaren 1396-1397 nog enige onbeduidende schermutselingen plaats, die in 1411 gevolgd worden door een wapenstilstand van tien jaar. Deze wordt enige keren hernieuwd, waarna in 1432 een vredesverdrag tussen Portugal en Castilië wordt getekend. Hierbij erkent Castilië het Huis Aviz als de rechthebbende op de Portugese troon.
De opstand en de oorlog met Castilië zijn belangrijke gebeur-tenissen in de Portugese geschiedenis. De overwinning van João van Aviz wordt door het merendeel van de Portugese historici beschouwd als de overwinning van de nationale geest op de aanhangers van de gevestigde feodale orde. Dus van de voorstanders van maritieme expansie op hen die de blik richten op het Iberische schiereiland. Zij zien in de troonsbestijging van dom João I de zegenpraal van allen die willen handeldrijven overzee op hen de zich willen blijven meten met Castilië. Een groot deel van de hoge adel en de bovenlaag van de bourgeoisie, onder wie veel vermogende joden, hebben met hun dienaren – althans aanvankelijk – Leonor Teles en Beatriz gesteund. De lagere adel, de rest van de bourgeoisie en de arbeidende klasse, die een groter aandeel in het plaatselijk bestuur (vooral in Lissabon) en in economische aangelegenheden wenst, hebben de zijde van João van Aviz gekozen. Zij winnen aan invloed. João beloont zijn aanhangers op kosten van de oude adel en op kosten van de kroon. Naarmate edelen langer trouw zijn gebleven aan Castilië, verliezen zij meer bezittingen. Hierdoor treden er aanzienlijke verschuivingen op in de sociale structuur. Vele leden van de oude aristocratie verliezen hun positie en de overigen verliezen zoveel aan prestige dat grote aan-tallen van hen afhankelijke ambachtslieden hun autoriteit trotseren. De nieuwe adel, van wie velen tot het Huis Bragança behoren, zijn dikwijls uit de bureaucratie of de geestelijkheid afkomstig.
Deze gebeurtenissen kunnen niet worden losgezien van wat zich tezelfdertijd in de rest van Europa voordoet. In de jaren tachtig van de veertiende eeuw doen zich sociale onlusten voor in de meeste grote Europese stedelijke centra: in Parijs aarzelen de Maillotins niet de ontvangers van de nieuwe belastingen dood te slaan. In Florence breekt in 1378 de opstand van de Ciompi, dus van handwerkers uit. Hij wordt geleid door de kaarder Michele di Lando en neergeslagen in 1382. In Gent is het Filips van Artevelde (1340-1382), een ruwe poorter en de aanvoerder van vijfduizend ‘chaperons blancs’ en van de burgers van Gent, Brugge en Yperen, die in 1379 de revolutie leidt. Maar hij wordt in 1382 gedood. In 1381 breken er op grote schaal boerenopstanden uit in Engeland. De leider hiervan is Walter Tyler, een werker uit Kent, maar deze wordt gedood door sir William Walsworth, burgemeester van Londen, die gesteund wordt door een schildknaap van koning Richard II. We dienen de Portugese revolutie van 1383-1385 te plaatsen tegen de achter-grond van de opkomst van de burgerij, die gepaard gaat met sociale onrust. Het is van belang te onthouden dat minder dan tien jaren voor de geboorte van dom Henrique in 1394, de gebeurtenissen van 1383-1385 getuigen van de opkomst van de Portugese burgerij en van haar verlangen de weg in te slaan van de maritieme expansie, aan welk verlangen zal worden voldaan door de derde zoon van João I en Filipa van Lancaster, dom Henrique o Navegador.
Op 2 februari 1387 treedt de jonge koning João in de kathedraal van Porto in het huwelijk met Filipa van Lancaster. Koning João I is een fysiek krachtige man, eem goed ruiter en jager, geestelijk evenwichtig en hij geniet een uitstekende gezondheid. De jonge koningin vormt een scherp contrast met de vrouwen – koninginnen of favorieten – die tot nu toe aan het hof van de koningen uit het Huis Bourbon geleefd hebben. Zij, de dochter van John of Gaunt, hertog van Lancaster en de kleindochter van Edward III, koning van Engeland, legt haar entourage een vrome ingetogenheid op. Na de tumulteuze levens van Inès de Castro (de door haar ‘schoonvader’ ter dood gebrachte morganatische geliefde van Pedro I), Leonor Teles (weduwe van koning Fernando, die haar toevlucht heeft gezocht bij de Castiliaanse vijand), Teresa Lourenço (de uit overspel geboren moeder van João I) en Catarina Rouet (een andere favoriete blondine van Pedro O Justiceiro), slaagt Filipa erin het hof verre te houden van alle losbandigheden. Voor zijn huwelijk heeft João I, een jonge aantrekkelijke prins, bij een van zijn maîtresses twee natuurlijke kinderen verwekt: Afonso en Beatriz. Filipa accepteert de twee kinderen, maar verlangt van haar man dat deze hun moeder nimmer terugziet. De koningin verzekert als voorbeeldige christelijke echtgenote en als voorbeeldige moeder het voortbestaan van de nieuwe dynastie, door haar man vijf zonen te schenken. Op 31 oktober 1391 wordt in Viseu dom Duarte, de toekomstige koning van Portugal (1433-1438) geboren; op 9 december ziet dom Pedro, de toekomstige regent (1438-1449) het levenslicht; op 4 maart 1394 komt in Porto dom Henrique, de toekomstige O Navegador ter wereld; daarna bevalt de koningin op 13 januari 1499 van dom João en op 29 september 1402, sluit dom Fernando, de latere infant-martelaar, de rij1. Filipa is niet tevreden met haar rol als moeder; zij oefent grote invloed uit op haar man en op de Portugese samenleving; zij voert verschillende Engelse gebruiken in Portugal in en de banden met Engeland worden aangehaald. Handelskringen in Lissabon en Porto profiteren van de nauwe banden met Engeland. Filipa’s invloed neemt nog toe als haar broer, de hertog van Lancaster, in 1399 als Henry IV (1399-1413) de Engelse troon bestijgt. In 1377 is Filipa’s grootvader Edward III overleden, enkele maanden na het overlijden van zijn oudste zoon, de stoutmoedige ‘Zwarte Prins’ (1330-1376). Diens oudste zoon Richard II (1367-1399) is nog slechts tien jaar. En hij laat zijn oom Jan van Gent, de vader van Filipa, het land besturen. Bij diens overlijden in 1399 volgt zijn eigen zoon Henry, Filipa’s broer, hem op. Onder zijn zoon en opvolger, Henry V (1413-1422) leveren Portugese vrijwilligers die onder bevel van Álvaro Vaz de Almada in de Honderdjarige Oorlog aan Engelse zijde strijden, in 1415 hun aandeel in de overwinning bij Azincourt. En een dozijn Portugese ridders verdedigt op een elegant tournooi in Londen de kleuren van twaalf edele Engelse dames. Filipa laat, ten behoeve van de opvoeding van haar zes kinderen, de door de dichter John Gower in 1384, op verzoek van Richard II geschreven Confessio amantis uit het Engels in het Portugees vertalen door Robert Payn, kanunnik van Lissabon. João I omringt zich met geschoolde juristen en bureaucraten, afkomstig uit de standen die hem bij de opstand gesteund hebben. De koning kan echter niet voorkomen dat er door concentratie van landbezit een nieuwe klasse van feodale grootgrondbezitters ontstaat. Hun leider is Nuno Álvares Pereira, de held van Aljubarrota, die de koning tot zijn hofmaarschalk benoemt. Kort hierna wendt Pereira, die door de nieuwe adel wordt beschouwd als de voorvechter van zijn belangen en privileges, zich van de wereld af. Hij doet 14 oktober 1431 als lekenbroeder zijn intrede in de Carmo, een klooster van de karmelieten in Lissabon. Omdat Pereira zich afkeert van de wereld, levert dit hem de bijnaam de `Heilige Connétable’ op. Of er druk op Pereira is uitgeoefend om zich terug te trekken, of dat zijn opmerkelijke stap uitsluitend is ingegeven door geestelijke motieven, is niet overgeleverd.2
Nuno Álvares Pereira wordt als leider van de arrogante nieuwe aristocratie opgevolgd door Afonso, de voorechtelijke filho bastardo van koning João. Afonso, graaf van Barcelos, gehuwd met een dochter van Nuno Álvares Pereira en later de eerste hertog van Bragança, zal na João’s overlijden beslissende invloed op de gang van zaken in Portugal uitoefenen. Koning João zal trachten de machtsbalans in evenwicht te brengen, door zijn wettige zonen grote rijkdommen en macht te bezorgen. Hij zal de heldendaden van Duarte, Henrique en Pedro bij de inname van Ceuta in 1415 aangrijpen om de eerste tot hertog van Viseu en de tweede tot hertog van Coimbra te verheffen. Tot dan toe in Portugal een onbekende titel. Twee andere zonen zullen, dankzij medewerking van de Heilige Stoel, leiding gaan geven aan rijke religieus-militaire ridderorden; João als governador e administrador van de Orde van Santiago en Fernando als governador e administrador van de Orde van Sint Benedictus van Aviz. Dom Henrique zal bovendien administrador e governadorr worden van de rijkste van alle orden, de Orde van Christus. Gewoonlijk is het gevolg van het verlenen van macht en rijkdom aan koningszonen, dat zij hiervan gebruik-maken om de macht van hun vader uit te dagen. In dit geval gebeurt dat niet, hetgeen te danken is aan de persoonlijke autoriteit en het grote prestige van João. De koning weet zijn zonen tijdens zijn gehele leven in het gareel te houden, wat mede te danken is aan de uitstekende opvoeding die dona Filipa haar kinderen heeft gegeven.
5.0. Portugal aan het begin van de 15e eeuw
1 Naast deze vijf zonen heeft Filipa haar man op 21 februari 1397 een dochter, Isabel, geschonken. Twee andere kinderen – Branca en Afonso – zijn op zeer jeugdige leeftijd overleden.
2 Michel Vergé-Franceschi legt een verband (pag. 62) tussen de vroomheid van dona Filipa en de bekering van deze vechtersbaas.