Categorieën
Nederlandse kolonialisme Portugees kolonialisme Spaanse kolonialisme

De val van Malakka en de verbreking van de commerciële betrekkingen met Manila. Achteruitgang en stagnatie van de Sino-Portugese handel

Deel 20 Index

Hoofdstuk 3

Achteruitgang en stagnatie van de Sino-Portugese handel

3.4 De val van Malakka en de verbreking van de commerciële betrekkingen met Manila

Geschreven door Arnold van Wickeren

Met het verlies van de handel met Japan is de belangrijkste bron van Macau’s welvaart verloren gegaan. Wat overblijft zijn de handel met Malakka en Manila. De handel met deze twee plaatsen zal evenwel voor het einde van de Ming-dynastie (1644) eveneens voor Macau verloren gaan.

Sinds 1633 hebben de Portugezen in Malakka veel geleden, wat te wijten is geweest aan de volharding waarmee de Hollanders de Portugezen belemmerd hebben betrekkingen met andere plaatsen te onderhouden. De doeltreffenheid van de blokkade van de Hollanders, die worden geassisteerd door enige Chinese schepen, neemt van jaar tot jaar toe. Tengevolge van deze nauwe omsingeling van de haven, kunnen schepen de haven alleen maar met grote moeilijkheden bereiken of verlaten, met als gevolg dat de handel geheel tot stilstand komt. Hoewel zij zich wel bewust is van het commerciële en strategische belang van Malakka, is de regering van de Estado da India in Goa niet in staat Malakka te ontzetten.

Door de schaarste van het voedsel in Malakka, neemt het lijden van de bevolking in hoge mate toe. De Nederlandse gouverneur-generaal in Batavia is in die tijd de welbekende Antonio van Diemen, die, ingelicht over de noodlijdende toestand van Malakka, oordeelt dat het uur is aangebroken om toe te slaan. Een expeditie van 1.400 à 1.500 man, onder bevel van Adriaan Antonissen, bereikt de haven van Malakka in juni 1640, waar de strijdmacht zich aansluit bij een ongeveer even grote legermacht van de sultan van Johore. De blokkade van Malakka is effectief en nu wordt het Portugese garnizoen over land aangevallen. Eerst na zware strijd en vastbesloten tegenstand van de kant van de Portugezen geven de stad en de forten zich in januari van het volgende jaar over. Met de val van Malakka is de sleutelpositie in Oost-Azië in handen van de Hollanders gekomen.

De geïsoleerde Portugese kolonie in Macau is hulpelozer geworden dan zij voorheen was. De enige lijn door middel waarvan zij zou kunnen overleven is de handel met Manila. Deze handel heeft ook danig geleden van de Hollandse kaapvaart en van Chinese concurrentie, maar zij blijft belangrijk. Ongelukkigerwijze zullen de Portugezen deze bron van inkomsten ook spoedig verliezen. Vreemd genoeg is het verlies van deze waardevolle handel niet te wijten aan Hollandse of Engelse tussenkomst, maar aan de gevoelige dwaasheid van de Portugezen zelf, die de Spanjaarden hun enig mogelijke bondgenoot, hebben uitgedaagd zijn commerciële betrekkingen met Macau te verbreken.

In 1636 arriveren in Macau 287 uitgewezen Japanse christenen en Portugese casados, onder wie vele kinderen. Zij worden tijdelijk tot Macau toegelaten, maar als het zuiden van China in de late jaren veertig wordt getroffen door hongersnood vindt de Senado da Câmara voor deze inwijkelingen en voor andere gezinnen in Macau huisvesting in Macassar en Cochinchina. Na hun verdrijving uit Macassar in de jaren zestig, arriveert een deel van de Portugese gemeenschap alsnog in Macau, een deel gaat naar Timor, maar gelet op de beperkingen die de Qing-regering oplegt, schijnt het dat deze mensen zich spoedig in Siam hebben kunnen vestigen.

In december 1640 breekt er in Portugal een open opstand uit tegen de Spanjaarden, wier juk spoedig wordt afgeschud. De berichten over de veranderingen die zich in het moederland hebben voor-gedaan bereiken spoedig de verschillende koloniën en afhankelijke gebieden en overal wordt Dom João IV door het verheugde volk geproclameerd tot koning. Don Sebastian Corcuera, de gouverneur van de Filippijnen, poogt de trouw van Macau voor de Koning van Spanje te verwerven. Voor dit doel zendt hij Don Juan Claudio als gezant naar de stad. Dom Sebastião Lobo da Silveira, de capitão-geral van Macau, en enige vooraanstaande burgers verwelkomen de Spaanse stap. Wij kunnen slechts bewondering hebben voor de vooruitziende blik van deze heren, die zich realiseren in welk een kritieke situatie Macau zich bevindt, gezien de onmogelijkheid enige bescherming of hulp van de nieuwe Koning van Portugal te verkrijgen, de wenselijkheid de vriendschap van de Spanjaarden te behouden en de belangrijkheid van de handel met Manila. De gedegenereerde en tot een onhandelbare massa aangegroeide bevolking van Macau weigert te luisteren naar de verstandige woorden van kalme adviseurs. De oorzaken van het verval en de ineenstorting van het uitgebreide Spaans-Portugese koloniale rijk liggen veel dieper dan zij kunnen overzien of begrijpen. Diep gekrenkt leggen zij alle blaam bij de koningen van Spanje en zij geloven dat hij exclusief de verantwoordelijkheid draagt voor hun rampspoed. Geleid door de illusie dat een onafhankelijke Portugese regering de ‘goede oude tijden’ zal doen terugkeren en opgestookt door blinde patriottische sentimenten, verwerpt de Macaunese bevolking alle waarschuwende adviezen luidkeels. Midden in het tumult moet de Spaanse gezant zich onder bescherming plaatsen van de capitão-general. Hij en zijn gevolg worden vervolgens in de gevangenis geworpen en zij worden eerst vrijgelaten als daartoe opdracht uit Goa wordt ontvangen. Alle Spanjaarden worden uit Macau verdreven. Dom Sebastião Lobo da Silveira, die beschouwd wordt als een verrader, wordt ’s nachts aangevallen en doodgestoken onder een trap, waar zijn ontzielde lichaam gevonden wordt. Een militaire officier, de sargento-mor, wordt ook de dood ingejaagd; hij wordt vermoord terwijl hij zich verstopt tussen het altaar en de priester die de mis opdraagt in de kerk van de dominicanen. Er wordt trouw gezworen aan de nieuwe Portugese monarch, Dom João IV, en op 20 juni 1642 worden twee gezanten naar Portugal gezonden om de koning te begroeten. Zij dienen de vorst te verzekeren dat Macau hem trouw zal zijn en zij moeten hem ook een mooie gift overhandigen1. Dan volgt de bestraffing. Uit wraak voor de Portugese beledigingen en de slechte behandeling van hun gezanten en landgenoten, verbreken de Spanjaarden uit Manila de commerciële relaties met Macau, dus zij snijden de laatste levenslijn met de kolonie door.

1 Oh grão fidelidade portugueza De vassalos que a tanto se obrigava! schrijft Camões naar aanleiding hiervan. Het citaat komt uit de derde Zang, strofe 41 van Os Lusiadas

3.5 Macau vanaf het dieptepunt tot circa 1700