Categorieën
Portugees kolonialisme

Dom Henrique o Navegador (Prins Hendrik de Zeevaarder)

Deel 1 Index

Hoofdstuk 5

Het begin van de maritieme expansie

5.5 Dom Henrique o Navegador (Prins Hendrik de Zeevaarder)

Geschreven door Arnold van Wickeren

Gewoonlijk laat men het tijdperk van de Portugese maritieme expansie beginnen met de verovering van Ceuta in 1415. Een gebeurtenis die door verschillende historici wordt beschouwd als het begin van de Moderne Tijd in Portugal. Weliswaar is er van systematische Portugese ontdekkings- reizen eerst sprake in de vijftiende eeuw, maar dit neemt niet weg dat vanaf het midden van de veertiende eeuw reeds expedities naar Madeira en de Canarische eilanden zijn ondernomen, die als ontdekkingsreizen kunnen worden aangeduid. Ofschoon Portugezen daarin een rol spelen, nemen er ook buitenlanders aan deel: Italianen, Castilianen, Catalanen, Basken, Noord-Europeanen en zelfs moslims. Vooral de rol van de Italianen is groot. Zij beheersen de handel in een groot deel van de Middellandse Zee. Zij beschikken over de financiële middelen, de commerciële ervaring en een netwerk van internationale contacten. Als geldschieters, gidsen, adviseurs en ervaren zeelieden spelen Italianen een belangrijke rol bij Portugese expedities, ook in de vijftiende eeuw. Ofschoon uit het voorgaande gebleken is dat de voorwaarden voor het ondernemen van ontdekkingsreizen ruimschoots vervuld zijn en dat het de Portugezen evenmin aan redenen daartoe ontbreekt, kan er eerst sprake zijn van het systematisch ondernemen van zulke reizen als iemand deze met kracht bevordert. Deze rol zal worden vervuld door Dom Henrique (1394-1460), de veroveraar van Ceuta.

Hij is als derde zoon van João I en Filipa van Lancaster, op 4 maart 1394 in Porto geboren. Veel van zijn biografische gegevens kunnen ontleend worden aan de kroniekschrijver Zurara. Deze krijgt in 1452 van Afonso V opdracht een kroniek te schrijven over de ontdekking en verovering van Guinée. Zurara voltooit in 1452 zijn Crónica do descobrimento e conquista da Guiné, maar als hij tussen 1 december 1473 en 2 april 1474 overlijdt, heeft hij zijn Crónica de Dom Afonso V nog niet voltooid. Dit karwei zal worden voortgezet door zijn opvolger, Rui de Pina. In zijn Crónica do descobrimento e conquista da Guiné besteedt Zurara ruim aandacht aan de persoon en werken van Dom Henrique. Hierbij hemelt hij, evenals hij dat in zijn Crónica da tomada de Ceuta heeft gedaan, Henrique zozeer op, dat historici uit later tijd diens betekenis hebben moeten relativeren. Dit wil overigens niet zeggen dat Henrique zijn epiteton `de Zeevaarder’, hem in de negentiende eeuw verleend door de Engelse historicus R.H. Major, niet zou hebben.verdiend.

Zurara geeft een opsomming van Dom Henriques motieven voor het uitzenden van ontdekkingsreizen:

  1. de wens het land te kennen voorbij de Canarische eilanden en Kaap Bojador;

  2. de wens een bevolking te vinden van christenen, of enige havens om zonder gevaar te kunnen binnenvaren voor de handel die grote winst voor Portugal zou opleveren;

  3. het geloof dat de macht van de moren veel groter is dan in dat deel van Afrika algemeen wordt aangenomen en dat het nodig is er de grenzen van te bepalen;

  4. het feit dat er in 31 jaar geen christelijk koning is gevonden die hem uit liefde voor Jezus Christus zou willen helpen bij zijn oorlog tegen de moren;

  5. het verlangen het geloof in onze Heer Jezus Christus te doen toenemen en Hem al die zielen te brengen, die gered zouden kunnen worden;

  6. de inclinatie van de hemellichamen (zijn horoscoop), waardoor hij zich moet bezighouden met grote en nobele veroveringen en bovenal trachten die dingen te ontdekken die voor andere mensen verborgen zijn.

Deze motieven heeft Henrique vrijwel zeker zelf aan zijn kroniekschrijver gedicteerd, echter meer dan dertig jaar na het begin van de ontdekkings-reizen Het is zeer onwaarschijnlijk dat hem alle opgesomde motieven van meet af aan helder voor ogen hebben gestaan. Waarschijnlijker is dat Henrique meer zicht heeft gekregen op wat hij met de ontdekkingsreizen kon en wilde bereiken naarmate deze succesrijker werden en zich meer mogelijkheden gingen voordoen. Als de ontdekkingsreizen en het opbloeien van de handel op West-Afrika grote vruchten gaan afwerpen en de doel-stellingen van de Portugese maritieme expansie de steun hebben weten te verwerven van de Heilige Stoel, smelten deze samen tot een nationale onderneming. Hierbij wordt het simpele idee de moslims op hun eigen grondgebied te bestrijden, verbonden met meer gecompliceerde motieven. de wens tot wetenschappelijke vorsing, de hoop met de handel grote winsten te behalen en de drang het christelijk geloof te verspreiden.

Hedendaagse Portugese historici als Oliveira Marques en Magalhães-Godinho nuanceren de betekenis van Henrique voor de ontdekkingsreizen. Zij wijzen erop dat Dom Henrique lange tijd vooral belangstelling heeft gehad voor de verovering van Marokko en dat tussen 1415 en 1460 slechts eenderde van alle ontdekkingsreizen te danken is aan zijn initiatief; de overige reizen zijn gelanceerd door de opeenvolgende koningen: João I, Duarte en Afonso V, de regent Pedro, feodale edelen, handelaren en landeigenaren. Het mag dan waar zijn dat Zurara in zijn Crónica do descobrimento e conquista da Guiné te eenzijdig de nadruk heeft gelegd op de rol die Henrique bij de ontdekkingsreizen heeft gespeeld, vast staat dat zijn verdiensten voor de Portugese maritieme expansie groot zijn. Dit rechtvaardigt dat nader aandacht wordt besteed aan zijn persoon.

Dom Henrique heeft, evenals zijn broers, een uitstekende opleiding gehad. Hij is minstens even ontwikkeld als iedere middeleeuwse prins en hij heeft, gelet op de omvangrijke hofbibliotheek, altijd een keuze aan theoretisch materiaal bij de hand. Dom Henrique blijft zijn gehele leven ongehuwd; hij heeft geen belangstelling voor vrouwen. Deze eigenschap heeft hij overigens met zijn broers gemeen. Duarte en Pedro vermijden tientallen jaren een huwelijk en ook João blijft ongehuwd, evenals de jong gestorven Fernando. Zurare merkt, met een verwijzing naar Nuno Álvares Pereira, over Henrique op `..hij had dezelfde cultus voor maagdelijkheid, dezelfde afkeer van onzuiverheid, die hij de ergste zonde vond.’ Ook zou Henrique geneigd zijn geweest tot ascese. Bij de verovering van Ceuta is hij 21 jaar. Zijn dapper optreden daar is voor zijn vader aanleiding hem tot ridder te slaan en hem te verheffen tot hertog van Viseu en hem te belasten met het bestuur van Ceuta. Enige jaren later belast João I hem met het bestuur over de Algarve en verhuist hij naar Lagos, in die tijd de grootste stad van Algarve. De zeer beroemde Vila do Infante in Sagres nabij Cabo de São Vicente is voor de ontdekkings-reizen van minder betekenis geweest dan Lagos. Van de stad die Dom Henrique bij Cabo de São Vicente mag bouwen, komt weinig terecht; verder dan de stadsmuren en een kapel is hij niet gekomen. Henrique heeft belangstelling voor astrologie en astronomie, wiskunde en zeevaart- kunde. Hij verzamelt enige studenten, joodse geleerden en Italiaanse experts in de handel om zich heen en verwelkomt vreemdelingen die hem over allerlei zaken kunnen inlichten. Mogelijk is Henriques interesse voor ontdekkingsreizen gewekt door zijn wetenschappelijke belangstelling. Hij raakt zeer betrokken bij de zeevaart. Veel van zijn ridders en schild-knapen bezitten schepen en ontvangen van hem opdrachten voor gedurfde expedities; zonodig rust hij op eigen kosten een schip voor hen uit. De door hem verzamelde zeevaartkundige, geografische, volkenkundige en economische gegevens, die zijn kapiteins na hun thuiskomst van hun ontdekkingsreizen weten te melden, stelt hij ter beschikking van hen die nieuwe expedities leiden. Op die manier kan iedere nieuw uitgezonden kapitein beschikken over bijgewerkte kaarten en de meest recente kennis. Zij kunnen dan met een groter vertrouwen in de goede afloop en met meer kans op succes dan hun voorgangers, aan hun opdracht beginnen.

In 1419 arriveert in aan dom Henriques hof meester Jacomo de Mallorca. Hij is een instrumentmaker en cartograaf van naam. Wellicht is het dezelfde persoon als Jafuda Cresques, de zoon van Abraham, die in 1375 voor de Franse koning Charles V een schitterende atlas vervaardigd heeft. Deze Jafuda Cresques heeft 40 jaar eerder in dienst gestaan van de koning van Aragón. Niet zeker is of de aankomst van de cartograaf valt vóór of ná de eerste reis van Zarco en Teixeira. In het eerste geval heeft Henrique de jonge edellieden op zoek naar Guinée gezonden, nadat en wellicht omdat hij hun een door meester Jacomo recent vervaardigde portolano heeft kunnen meegeven. In het tweede geval is meester Jacomo wellicht ontboden om de resultaten van Zarco’s en Teixeira’s eerste reis op de portolani aan te geven. Diffie zegt hiervan het volgende: Het verhaal dat Henrique zich omringd zou hebben met wetenschappers is niet erg betrouwbaar. In dit verband wordt altijd het eerst gewezen op Jacomo de Mallorca, van wie wordt verondersteld dat hij dezelfde persoon is als Jafuda Cresques, zoon van Abraham Cresques, de vervaardiger van de Catalaanse kaart uit ongeveer 1375, die na zijn bekering tot het christendom bekend was onder de naam Jaime Ribas. De ontdekkingsreiziger, cartograaf, held en auteur Duarte Pacheco Pereira schrijft in zijn Esmeraldo de Situ Orbis (1505-1508), dat Henrique `iemand naar het eiland Mallorca, waar als eerste zeekaarten worden gemaakt, zendt op zoek naar meester Jacomo, een expert in de vervaardiging van zeekaarten, die met behulp van veel giften en beloningen overgehaald wordt naar zijn koninkrijk te komen, omdat men hem zulke kaarten, waarop alles staat wat in onze tijd bekend is, wil laten maken.’ Duarte Pacheco schrijft niet wanneer Jaime Ribas naar Portugal gekomen zou zijn. Een halve eeuw later vermeldt de befaamde historicus en kroniekschrijver, de auteur van de Décadas da Ásia (1552-1563) João de Barros (1496-1570) de aanwezigheid van Jaime Ribas in Portugal, echter in zulke bewoordingen dat het er de schijn van heeft dat hij deze heeft overgeschreven uit de Esmeraldo. Daartegen kan worden ingebracht dat Barros Jaime Ribas eigenschappen toedicht die niet door Duarte Pacheco zijn genoemd; Barros schrijft: hij was een man die `veel weet van zeevaartkunde en die zeekaarten en instrumenten maakt….die zijn kennis heeft onderwezen aan Portugese vaklieden.’ Ook João de Barros vermeldt niet wanneer Jaime Ribas naar Portugal zou zijn gekomen. Geen andere tijdgenoot heeft ook maar een woord aan Jaime Ribas besteed en hij wordt ook niet genoemd in de officiële documenten. Zurara noemt hem niet. Diffie citeert in dit verband `een van de voorzichtigste moderne historici’ Duarte Leite, die stelt dat de `beroemde zeevaartschool van Sagres’ een niet uitroeibaar sprookje is. Hij schrijft voorts, dat er ook voor het bestaan van een observatorium in Sagres geen bewijs gevonden is, dat dom Henrique geen speciale kennis had van: wiskunde, astronomie, cosmografie, cartografie, zeevaartkunde, scheepsbouw of van welk andere discipline dan ook. Voorts kan niet bewezen worden dat Henrique zich liet omringen door mathematici, cosmografen, cartografen of andere geleerden. Kort voor zijn overlijden in 1460 blijkt Henrique onbekend te zijn met de Catalaanse cartografie, waaruit blijkt dat Jaime Ribas weinig invloed in Portugal heeft gehad.

Dom Henrique zelf heeft een aantal malen aan veldtochten in Marokko deelgenomen, maar verdere reizen heeft hij nooit gemaakt. Daarentegen bezoekt zijn broer dom Pedro het Heilige Land, Syrië en Egypte en in de jaren 1425-1428 verschillende hoven in West- en Midden-Europa (Londen, Brugge, Keulen, Neurenberg, Praag, waar de koning van Bohemen en toekomstig Duits keizer Sigismund (1433-1437) hem verheft tot markgraaf van Trévise. Dom Pedro is daardoor meer dan Henrique bekend met de problemen in Europa. Ook andere familieleden maken reizen. De vervul-ling van Henriques politieke en militaire aspiraties, zijn gulheid en de grote omvang van zijn huishouden kosten veel geld. Hij verkeert dan ook voortdurend in financiële moeilijkheden en zint op mogelijkheden om zijn inkomsten te vergroten. Hij betrekt als gouverneur van de Algarve een groot deel van zijn inkomsten uit de visvangst en uit andere maritieme activiteiten, met inbegrip van handel en piraterij. Dom Henrique ontvangt tien procent van de opbrengst van door de vissers van Monte Gordo gevangen vis; hij verzekert zich van het monopolie op de vangst van tonijn door vissers uit heel de Algarve; hij heeft inkomsten uit de vangst van dolfijnen en bruinvissen en controleert bijna de gehele aanvoer van vis in Ceuta. Dom Henrique verzekert zich ook van het monopolie op de koraalvisserij en verwerft inkomsten uit de verf- en de zeepindustrie. Hij zal later ook profiteren van de landbouwopbrengst van nieuw ontdekt land en van de handel in slaven.

5.6. De Canarische eilanden