Categorieën
Portugees kolonialisme

Geschiedenis van Portugal en van de Portugezen overzee. DEEL 11

Geschreven door Arnold van Wickeren

Geschiedenis van Portugal en van de Portugezen overzee. DEEL 11

De Estado da India in de jaren 1538-1545, De Estado da India in de jaren 1545-1558, De Visserijkust, Coromandel, Bengalen en de Carreira da India, De Portugese expeditie naar Abessinië, De waarschijnlijke ontdekking van Australië

Verantwoording

Hoofdstuk 1. De Estado da India in de jaren 1538-1545

1.0. Inleiding

1.1. Vice Rei Dom García de Noronha (1538-1540)

1.2. De ontwikkelingen in Abessinië en de relaties met dat land

1.3. Capitão-geral Dom Estêvão da Gama (1540-1542)

1.4. Capitão-geral Martim Afonso de Sousa (1542-1545)

Hoofdstuk 2. De Estado da India in de jaren 1545-1558

2.0. Capitão-geral, later vice rei Dom João de Castro (1545-1548)

2.1. Capitães-geral García de Sá (1548-1549) en Jorge Cabral (1549-1550)

2.2. Vice Rei Dom Afonso de Noronha (1550-1554)

2.3. Vice Rei Dom Pero Mascarenhas (1554-1555) en capitão-geral Francisco Barreto (1555-1558)

Hoofdstuk 3. De Visserijkust, Coromandel, Bengalen en de Carreira da India

3.0. De Visserijkust

3.1. Coromandel

3.2. Bengalen

3.3. De Carreira da India

Bijlage 1. De Portugese expeditie naar Abessinië

1.0. Het eerste halfjaar

1.1. De eerste gevechten

1.2. De nederlaag en de dood van Dom Cristóvão Da Gama

1.3. De bevrijding van Abessinië van de moren

Bijlage 2. De waarschijnlijke ontdekking van Australië

2.0 De waarschijnlijke ontdekking van Australië

Glossarium

Verantwoording

Bij het schrijven van mijn boek ‘Geschiedenis van Portugal en van de Portugezen overzee (ISBN 90-802098-1-3)’ dat Hogeschool Alkmaar in 1994 heeft uitgebracht, moesten veel zaken onbesproken blijven, om het eendelige werk niet veel te omvangrijk te maken. Onvrede over deze beperking en het beschikken over veel meer vrije tijd dan toen ik nog werkte, zijn de redenen mijn eerste boek uit te werken in afzonderlijke delen. Dat deze uitwerking gebeurt mede aan de hand van veel niet eerder geraadpleegde literatuur spreekt voor zich. In september 1996 is deel I verschenen; thans ligt deel XI voor. Uit hoeveel delen van 240 à 250 pagina’s het totale werk zal bestaan laat zich thans nog niet schatten; ik hoop dat het mij gegeven zal zijn nog vele delen te schrijven. Deze verschijnen in een beperkte oplage en zijn bestemd voor bibliotheken en belangstellenden uit eigen kring. Met het uitbrengen daarvan heb ik geen commercieel doel voor ogen. Daarom is de uitvoering zo goedkoop mogelijk gehouden.

Ofschoon de geschiedenis van Portugal als speler op het Europese toneel belangwekkend genoeg is, gaat mijn belangstelling toch vooral uit naar de verrichtingen van de Portugezen overzee; daarop ligt het accent in dit boek. Het gaat dan om zaken als: de wereldwijde maritieme expansie in de 15e en in de eerste helft van de 16e eeuw; de eerste tekenen van verval van de Portugese positie in Azië in de tweede helft van de 16e eeuw en de vrijwel volledige teloorgang daarvan, door toedoen van de VOC, in de 17e eeuw; de strijd tegen de WIC om Brazilië en de Portugese gebieden in West-Afrika in de 17e eeuw; de bloei en het verlies van Brazilië in de 18e, respectievelijk de 19e eeuw; de uitbouw van het koloniale rijk in Afrika naar de binnenlanden aan het einde van de 19e en in de eerste helft van de 20e eeuw en het einde van de imperiale droom ruim een kwart eeuw geleden. Deze en soortgelijke zaken komen uitvoerig in dit werk aan de orde, terwijl de ontwikkelingen in Portugal zelf de noodzakelijke achtergrondinformatie vormen, waaruit het optreden overzee kan worden begrepen.

De opzet van het werk tot en met dit deel is als volgt. In deel I is de Portugese geschiedenis behandeld vanaf de prehistorie tot en met de verovering van Ceuta in 1415. In deel I komen ook aan de orde: de strijd met Castilië over het bezit van de Canarische eilanden en de kolonisatie van de Madeira-archipel en de Azoren in de eerste helft van de 15e eeuw. In Deel II is deel I samengevat en worden de regeringsperioden van Afonso V (1438-1481) en João II (1481-1495) behandeld. Ook de maritieme expansie aan de kusten van Afrika tot en met de reis van Bartolomeu Dias in 1488 en de betrekkingen van João II met Congo worden in deel II besproken. Het tijdvak van Manuel I (1495-1521), waarin de maritieme expansie een wereldwijd karakter krijgt, vergt meer dan een deel. In deel III zijn besproken de binnenlandse ontwikkelingen en de expansie in Marokko, terwijl ook de eerste reis van Vasco da Gama naar Indië (1497-1499) en de reis van Pedro Álvares Cabral naar Brazilië en Indië (1500-1501) uitvoerig aandacht krijgen. Deel IV is geheel gewijd aan de expansie in het gebied van de Indische Oceaan in de periode 1501-1509; het eindigt met het aftreden van de eerste onderkoning van de Estado da India, Dom Francisco de Almeida en de ambtsaanvaarding van zijn opvolger Afonso de Albuquerque (1509-1515). Deel V is geheel gewijd aan diens daden; onder meer worden besproken: de verovering van Goa en Malacca, het vestigen van de Portugese heerschappij over Ormoez, de vrede met Calicut, de vergeefse aanval op Aden en het bijna volledig verwerven van het monopolie op de handel in specerijen. De bespreking van het tijdvak van Dom Manuel I wordt in deel VI besloten met een behandeling van de maritieme expansie in Afrika en in de Nieuwe Wereld, met de boeiende verwikkelingen in het Império Português do Oriente en het uitzwermen van de Portugezen over Oost-Azië in de jaren 1515-1521. Tenslotte wordt in deel VI het verblijf van het Portugese gezantschap in Abessinië in de jaren 1520-1526 behandeld. Deel VII heeft een bijzonder karakter; het bevat aangevulde capita selecta uit vorige delen en een uitvoerige beschrijving van de reis van Fernão de Magalhães. In de delen VIII-XII worden de ontwikkelingen tijdens de lange regering van Dom João III (1521-1557) behandeld: deel VIII gaat over het begin van de kolonisatie van Brazilië, de gedeeltelijke terugtrekking uit Marokko en de tanende goudhandel aan de Minakust. Er zijn twee bijlagen toegevoegd; zij bevatten de geschiedenis van het moslimkoninkrijk Granada en de bijdragen van Portugezen in Spaanse dienst aan de ontdekking van Noord-Amerika. Deel IX is gewijd aan de Portugese Atlantische eilanden en aan de Luso-Afrikaanse betrekkingen. Besproken: worden de Madeira-archipel, de Azoren, de Kaapverdische eilanden en Opper-Guinée, de contacten van São Jorge da Mina en van de eilanden São Tomé en Príncipe met de ‘Slavenrivieren’ en met het koninkrijk Benin vanaf het begin tot 1557; andere onderwerpen zijn: de commerciële relaties met de koninkrijken Congo en Ndongo, de Portugese betrekkingen met de Swahilikust en de Carreira da India. Deel X is gewijd aan de ontwikkelingen in Azië, ten tijde van de gouverneurs: Dom Duarte de Meneses, Dom Vasco da Gama, Dom Henrique de Meneses, Lopo Vaz de Sampayo en Nuno da Cunha. Deel X gaat dus om de periode 1522-1538 van de Estado da India en de lotgevallen van de Portugezen in het Verre Oosten. In het voorliggende deel XI zijn de volgende twintig jaar van het Império Português do Oriente beschreven, waarin de volgende negen gouverneurs achtereenvolgens de scepter in Goa hebben gezwaaid: Dom García de Noronha, Dom Estêvão da Gama, Martim Afonso de Sousa, Dom João de Castro, García de Sá, Jorge Cabral, Dom Afonso de Noronha, Dom Pero (de) Mascarenhas en Francisco Barreto. Voorts zijn paragrafen gewijd aan de Visserij- en de Coromandelkust en aan Bengalen en de Carreira da India. Er zijn twee bijlagen toegevoegd; de eerste gaat over de Portugese militaire interventie in Abessinië, onder leiding van Dom Cristóvão da Gama (1541-1543) en de tweede over de waarschijnlijke ontdekking van Australië in 1522 of 1525.

Bij het schrijven van dit werk sta ik als een dwerg op de schouders van reuzen. Dezen hebben de oorspronkelijke bronnen ontcijferd en daaruit de soms tegenstrijdige gegevens geschift, geordend, geduid en van annotaties voorzien. Ik heb mij slechts tot taak gesteld uit de veelheid van boeken de meest bruikbare te kiezen. Naarmate ik al doende meer inzicht verwerf in de zeer uitgebreide bibliografie van de Portugese aanwezigheid overzee, wordt het kiezen moeilijker, temeer daar aan de stroom van studies geen einde lijkt te komen. Aan de ene kant is de verleiding groot zoveel mogelijk gebruik te maken van literatuur waarin aandacht wordt geschonken aan de heldendaden, lotgevallen en euveldaden van individuele personen, omdat dit kleur geeft aan de geschiedenis. Maar aan de andere kant leidt te grote aandacht voor details ertoe, dat ik het werk waaraan ik twaalf jaar geleden ben begonnen niet zal kunnen voltooien. Ik moet dus schipperen en zal gedetailleerde beschrijvingen moeten afwisselen met stukken die een globaal overzicht verschaffen. Bij de keuze van te raadplegen literatuur staat Dr. B. N. Teensma mij met raad en daad terzijde; ook heeft hij mij een aantal boeken van zijn hand geschonken en mij gestimuleerd voort te gaan op de ingeslagen weg. Voor dit alles zeg ik hem dank. Mijn erkenning gaat ook uit naar Prof. Dr. Leonard Blussé, Dr. Ir. Ernst van Veen en Dr. Arend de Roever voor de support die ik van hen heb mogen ontvangen. Ik vermeld ook gaarne de website Dutch-Portuguese colonial history: https://www.colonialvoyage.com van Marco Ramerini. Deze voortreffelijke site en zijn vele links vormen voor mij een bron van inspiratie en een uitstekende checklist voor zowel data als relevante literatuur. Marco Ramerini is bovendien bereid gebleken mij te voorzien van literatuuradviezen; hij heeft mij geattendeerd op relevante websites, zaken voor mij opgezocht en literatuur met mij uitgewisseld. Voor zijn vele blijken van vriendschap ben ik hem zeer dankbaar. Naast de website van Ramerini heb ik verschillende andere websites met bruikbare gegevens gevonden.

Deel XI laat zich, evenals voorafgaande delen, afzonderlijk lezen, omdat de te bespreken onderwerpen worden ingeleid met een samenvatting van het voorafgaande, met verwijzing naar de oorspronkelijke vaak uitvoeriger bespreking. Er is een uitgebreide index toegevoegd; deze bevat, naast vele zaaksnamen, alle voorkomende persoons- en topografische namen. Enige geografische kaarten en een glossarium completeren het geheel.

In deel X is melding gemaakt van de reis naar en de aankomst in Indië van Fernão Mendes Pinto1 en is al enige keren geciteerd uit Pelgrimsreis, zijn door Arie Pos vertaalde en toegelichte beroemde boek Peregrinação. Omdat in dit en het volgende deel op ruime schaal gegevens zijn ontleend aan Pelgrimsreis, wordt hieronder een toelichting gegeven op dit lange tijd omstreden boek.

Peregrinação van Fernão Mendes Pinto (1511-1583) is – na het epische gedicht Os Lusíadas van Luís (Vaz) de Camões uit 1572, het bekendste boek uit de Portugese literatuur. Het boek dient zich aan als een autobiografisch verslag van de avonturen van de schrijver die in de jaren 1537 tot 1558 door Azië heeft gezworven en daar een aaneenschakeling van schipbreuken, gevechten met piraten, oorlogen, rampen en beproevingen in verre streken zou hebben ondergaan. Pinto stelt zijn belevenissen op schrift na zijn terugkeer in Portugal. Als hij op 8 juli 1583 overlijdt, schenken zijn dochters het manuscript, overeenkomstig zijn laatste wil, aan het Casa Pia das Penitentes in Lissabon. Met het oog op publicatie wordt het voorgelegd aan de Inquisitie. In 1603 geeft het Heilig Officie zijn goedkeuring. Als ook de Portugese autoriteiten tien jaar later toestemming tot publicatie hebben gegeven, wordt Peregrinação in 1614 in Lissabon uitgegeven door de Leuvenaar Pedro Crasbeeck, een leerling van de Antwerpse meesterdrukker Christoffel Plantijn. Ofschoon het boek zich in een grote populariteit mag verheugen (het wordt vertaald in het Spaans, Frans, Nederlands, Engels en Duits en beleeft tot 1700 twintig drukken) vestigt het Pinto’s naam als leugenaar en fantast. Zijn naam wordt verbasterd tot Fernão mentes? Minto. (Fernão lieg je? Ik lieg.) Uit wetenschappelijk onderzoek in later tijd is gebleken, dat Pinto’s boek een uiterst zeldzame en verbazend nauwkeurige beschrijving bevat van de historie van de Portugese expansie in verschillende Aziatische landen. Pinto geeft daarvan een menselijk en realistisch beeld, waarbij hij zijn kritiek op het soms wrede optreden van zijn landgenoten niet spaart.

Peregrinação bevat beschrijvingen van uiteenlopende zaken, zoals de roomskatholieke missie in Oost-Azië, de Javaanse oorlogen, de geschiedenis van Sumatra, Birma en Siam en de ontdekking van Japan. Enige punten van kritiek blijven:

  • Pinto geeft zichzelf een rol in de avonturen van anderen. Dit is zeker het geval als hij zichzelf beschrijft als een van de drie Portugese ontdekkers van Japan. Overigens wordt Pinto’s relaas vrijwel volledig bevestigd door Japanse bronnen. Diogo Zeimoto, een van deze drie, is historisch juist, evenals het relaas over de introductie van vuurwapens en over de genezing van de Japanse prins;

  • Pinto heeft vrijwel zeker geput uit het Tractado das cousas da China (1569) van de Portugese dominicaan Gaspar da Cruz. Een voorbeeld daarvan is wat hij vermeldt over Galeoto Pereira, door hem genoemd Lançarote Pereira, uit Ponte de Lima. Deze capitão in de Chinese havenstad Lamau krijgt vermoedelijk rond 1545 problemen met een Chinese zeerover die Lamau aandoet. De Portugezen steken drie van diens jonken in brand en doden 200 van zijn manschappen;

  • Pinto is slordig met zijn jaartallen en met de chronologie van de beschreven gebeurtenissen. Te zijner verontschuldiging wordt wel aangevoerd dat Pinto zijn boek heeft geschreven nadat hij in Portugal was teruggekeerd;

  • Pinto maakt zich schuldig aan schromelijke overdrijvingen, als hij het heeft over de omvang van legermachten, oorlogsvloten, de bevolking van steden en dergelijke.

In dit boek is – zoals gezegd – bij het beschrijven van historische gebeurtenissen geput uit de in 1992 verschenen Nederlandse versie van Peregrinação van Arie Pos. Ik heb slechts beschrijvingen van historische gebeurtenissen aan Pelgrimsreis ontleend, voorzover deze gebeurtenissen en vooral de jaren waarin deze zich zouden hebben voorgedaan, met andere bronnen konden worden geverifieerd, terwijl bovendien telkens in de tekst vermeld is welke gebeurtenissen aan Pinto ontleend zijn. De klaarblijkelijke overdrijvingen van Pinto, bijvoorbeeld als hij de omvang van een legermacht of een vloot vermeldt, zijn vermeden. Een leger van bijvoorbeeld driehonderdduizend man is aangeduid als een grote legermacht.

Hierna volgt een opsomming van de bij het schrijven van dit deel, naast Pelgrimreis, vooral geraadpleegde literatuur; daarbij zijn de werken waaraan ik het meest heb gehad vet vermeld. In het laatste deel van dit werk zal een volledige literatuurlijst worden opgenomen.

Bij het schrijven van deel XI ben ik als volgt te werk gegaan. Bij de hoofdstukken 1 en 2 is de eerste opzet geweest de vertaling van:

  • F.C. Danvers: The Portuguese in India, Vol I, 1894 (hfdst. 16 t/m 18).

De hoofdstukken 1 en 2 zijn vervolgens aangevuld met gegevens ontleend aan:

  • H. Al-Maamiry: Omani-Portuguese History, 1982;

  • Dauril Alden: The Making of an Enterprise; The Society of Jezus in Portugal, Its Empire, and Beyond, 1540-1750, 1996;

  • K. Bayani: Les relations de l’Iran avec l’Europe Occidentale à l’epoque Safavide, 1937;

  • Girma Beshah and Merid Wolde Aregay: The Question of the Union of the Churches in Luso-Ethiopian Relations (1500-1632), Lisbon, 1964;

  • C.R. Boxer: The Portuguese Seaborne Empire 1415-1825, 1969;

  • C.R. Boxer: Race Relations in the Portuguese Colonial Empire 1415-1825, 1963;

  • C.R. Boxer: Mary ans Misogyny; Women in the Iberian Expansion Overseas 1415-1825, 1975;
  • Catholica (A.M. Heidt): N.V., ‘s- Gravenhage, 1966;

  • J. Cortesão: História dos Descobrimentos Portugueses, Vol 3, 1979

  • Paola Costa: Historical Interpretation of the Territory of Muscat, Oman Studies, papers on archeology and history of Oman (pp. 97-117), Istituto Italiano per il Medio e l’Estremo Oriente, 1989;

  • J.M.S. Daurignac: Histoire de Saint François de Xavier (tome second), Paris, 1870;

  • B.W. Diffie and G.D. Winius,: Foundations of the Portuguese Empire, 1415-1580, 1977;

  • António Dias Farinha: Os Portugueses no Golfo Pérsico (1507-1538), Lisboa, 1990

  • Hutt: GOA, A Traveller’s Historical and Architectural Guide, 1988

  • Monik Kervran (French Archaeological Mission at Bahrain): Bahrain in the 16th Century; an impregnable island, 1988
  • Jean Lacouture: Jésuites, Tome 1, Les Conquérants, Éditions du Seuil, Paris, 1991;

  • V. Magalhães-Godinho: L’economie de l’empire Portugais aux XVe et XVIe siècles, 1969;
  • Pieris, P.E.: Ceylon and the Portuguese 1505-1658, Ceylon Civil Service, Kandy, 1920;

  • Pinto, Fernão Mendes: Peregrinação, vertaald door Arie Pos en uitgegeven onder de titel Pelgrimsreis, 1992;

  • A.H. Oliveira Marques: History of Portugal, 1978,
  • K.M. Panikkar: Malabar and the Portuguese: Being a History of the Relations of the Portuguese with Malabar from 1500 to 1663, 1929 ;

  • N.M. Pearson: The Portuguese in India , 1987;

  • J.M. Richards:Goa, 1982;

  • R.B. Serjeant: The Portuguese off the South Arabian Coast, 1963;
  • Francisco Rodrigues Silveira: Reformação da Milícia e Governo do Estado daÍndia Oriental, Trancrição, Notas e Índice door Benjamin N. Teensma, Introdução Histórica Luís Filipe Barreto, George Davison Winius en Benjamin N. Teensma, Fundação Oriente, Lisboa, 1996;

  • Rétif en anderen: Histoire Universelle des Missions Catholiques, Les Missions des Origines au XVIe Siècle, Editions de l’Acanthe, Monaco, 1956;

  • Ernst van Veen: Decay or Defeat? An inquiry into the Portuguese decline in ASIA 1580-1645, 2000;

  • R.S Whiteway: The Portuguese expedition to Abyssinia in 1541-1543, as narrated by Castanhoso, Reproduced by permission of the Hakluyt Society from the edition originally published by the Society in 1902, Kraus Reprint, New York, 1967;
  • Wickeren, Arnold van: voorgaande delen van dit werk.

Dankzij een dankbaar aanvaarde uitnodiging van Prof. Dr. Leonard Blussé de Ilhas-conference, getiteld `Rivalry and Conflict, European Traders and Asian Trading networks, 16th and 17th century’, die van 23 tot 26 juni 2003 in Wassenaar zou plaatsvinden, bij te wonen, heb ik bij het schrijven van deel XI de vooraf op schrift gestelde lezingen kunnen betrekken. De volgende lezingen kwamen hierbij van pas:

  • Pius Malekandathil: The Mercantile Networks and the International Trade of Cochin 1500—1663;

  • João Paulo Oliveira e Costa: The Padroado and the Catholic Mission in Asia during the 17th century;

  • Arie Pos: Some Views of Jan Huygen van Linschoten’s urban life in Goa;

  • Om Prakash: Asian Merchants and the Portuguese Trade in Asia;

  • Ernst van Veen: The European-Asian relatons during the 16th and 17th century in a global perspective.

Bij de het schrijven van de paragrafen 3.0 en 3.1 van hoofdstuk 3 zijn, naast het boek van Danvers en voorafgaande delen van dit boek, bestudeerd:

  • Bishop R. Caldwell: A History of Tinnevelly, Asian Educational Services, New Delhi, 1982;

  • S. Jeyaseela Stephen: Portuguese in the Tamil Coast; Historical Explorations in Commerce and Culture 1507-1749, Pondicherry, 1998;

Voor paragraaf 3.2 zijn bovendien geraadpleegd:

  • Armini, Iradj: L’Inde du Koh-I-Noor, Éditions François Bourin, Paris, 1992;
  • J.J.A. Campos: History of the Portuguese in Bengal, 1919;

  • De Encyclopædia Britannica

Voor paragraaf 3.3 zijn ook ingezien:

  • Axelson, Eric: Portuguese in South-East Africa 1488-1600, 1973;
  • C.R. Boxer: The Portuguese Seaborne Empire 1415-1825, 1969;

  • James Duffy: Shipwreck & Empire: Being an account of Portuguese maritime disasters in a century of decline, 1955;
  • V. Magalhães-Godinho: L’economie de l’empire Portugais aux XVe et XVIe
  • siècles, 1969;

Voor bijlage 1 is vooral zijn geraadpleegd:

  • R.S Whiteway: The Portuguese expedition to Abyssinia in 1541-1543, as narrated by Castanhoso, Reproduced by permission of the Hakluyt Society from the edition originally published by the Society in 1902, Kraus Reprint, New York, 1967;

Naast dit werk zijn ook ingezien:

  • Father Francisci Alvarez: Narrative of the Portuguese Embassy to Abyssinia during the years 1520-1527, translated from the portuguese and edited with notes and an introduction by Lord Stanley of Alderley, printed for the Hakluyt Society, London, 1881;

  • Girma Beshah and Merid Wolde Aregay: The Question of the Union of the Churches in Luso-Ethiopian Relations (1500-1632), Junta de Investigacões do Ultramar and Centro de Estudos Históricos Ultramarinos, Lisbon, 1964;

Bijlage 2 is een vertaling van het relevante gedeelte uit:

  • Damião Peres: A história dos descobrimentos portugueses, Vertente, Porto, 1982;

De animo dit werk voort te zetten en steeds weer enthousiast aan een nieuw deel te beginnen wordt in hoge mate gestimuleerd door blijken van waardering. Gelukkig mag ik deze in toenemende mate en soms van heel onverwachte zijde ontvangen. Hiervoor ben ik dankbaar. Mijn dank gaat ook uit naar de heren van de repro-afdeling van Hogeschool-Alkmaar, mijn laatste werkgever: Fred Niesten, Herman de Graaff en Fred de Groot. Zij stellen mij al jaren in de gelegenheid uit bibliotheken geleende boeken te kopiëren en hebben ook dit deel gedrukt. Ik spreek tenslotte in het bijzonder mijn dank uit aan mijn vrouw die mij na mijn pensionering weinig belast met huishoudelijke taken, maar mij alle gelegenheid geeft dit boek te schrijven.

De schrijver

1 Zie pp. 98-99 van deel X

De Estado da India in de jaren 1538-1545 1.0 Inleiding