Categorieën
Portugees kolonialisme

Geschiedenis van Portugal en van de Portugezen overzee. DEEL 12

Geschreven door Arnold van Wickeren

Geschiedenis van Portugal en van de Portugezen overzee. DEEL 12

De Portugese bemoeienissen met Ceylon (1538-1558), Portugees Malacca (1538-1558), De handelsrelaties met China (1538-1546), Birma en Siam (1538-1558), Portugese kooplieden en missionarissen in Japan (1538-1558), De Molukken onder Portugees bestuur (1540-1558)

Verantwoording

Hoofdstuk 1. De Portugese bemoeienissen met Ceylon

1.0. Inleiding

1.1. De betrekkingen met Ceylon in de jaren 1538-1558

Hoofdstuk 2. Portugees Malacca.

2.0. Inleiding

2.1. Malacca in de jaren 1538-1558

2.2. Francisco Xaviers vertrek naar Sancian en zijn heengaan

Hoofdstuk 3. De handelsrelaties met China

3.0. Inleiding

3.1. Verstoorde betrekkingen (1538-1546)

3.2. De rol en val van onderkoning Chu Huan

3.3. De opkomst van Macao

Hoofdstuk 4. Birma en Siam

4.0. De unificatie van Birma

4.1. Koning Phrachai van Siam

4.2. Tabin Shwêtî’s vergeefse poging Ayuthia te veroveren

4.3. Opstand tegen en moord op Tabin Shwêtî

Hoofdstuk 5. Portugese kooplieden en missionarissen in Japan

5.0. De ontdekking van Japan

5.1. Francisco Xavier naar Japan

5.2. De eerste jezuïeten in Japan

5.3. Opnieuw jezuïeten naar Japan

Hoofdstuk 6. De Molukken onder Portugees bestuur

6.0. Inleiding

6.1. De Molukken in de jaren 1540-1558

6.2. De eilanden Banda, Ambon en Saragani

Verantwoording

Bij het schrijven van mijn door Hogeschool Alkmaar in 1994 uitgebrachte boek ‘Geschiedenis van Portugal en van de Portugezen overzee (ISBN 90-802098-1-3)’ moesten veel zaken onbesproken blijven, om het eendelige werk niet veel te omvangrijk te maken. Onvrede over deze beperking en het beschikken over veel meer vrije tijd dan toen ik nog werkte zijn de redenen mijn eerste boek uit te werken in afzonderlijke delen. Dat deze uitwerking geschiedt mede aan de hand van veel niet eerder geraadpleegde literatuur spreekt voor zich. In september 1996 is deel I verschenen; thans ligt deel XII voor. Uit hoeveel delen van 240 à 250 pagina’s het totale werk zal bestaan laat zich thans nog niet schatten; ik hoop dat het mij gegeven zal zijn nog vele delen te schrijven. Deze verschijnen in een beperkte oplage en zijn bestemd voor bibliotheken, ‘abonnees’ en belangstellenden uit eigen kring. Met het uitbrengen daarvan heb ik geen commercieel doel voor ogen. Daarom is de uitvoering zo goedkoop mogelijk gehouden.

Ofschoon de geschiedenis van Portugal als speler op het Europese toneel belangwekkend genoeg is, gaat mijn belangstelling toch vooral uit naar de verrichtingen van de Portugezen overzee; daarop ligt het accent in dit boek. Het gaat dan om zaken als: de wereldwijde maritieme expansie in de 15e en in de eerste helft van de 16e eeuw; de eerste tekenen van verval van de Portugese positie in Azië in de tweede helft van de 16e eeuw en de vrijwel volledige teloorgang daarvan, mede door toedoen van de VOC, in de 17e eeuw; de strijd tegen de WIC om Brazilië en de Portugese gebieden in West-Afrika in de 17e eeuw; de bloei en het verlies van Brazilië in de 18e, respectievelijk de 19e eeuw; de uitbouw van het koloniale rijk in Afrika naar de binnenlanden aan het einde van de 19e en in de eerste helft van de 20e eeuw en het einde van de imperiale droom ruim een kwart eeuw geleden. Deze en soortgelijke zaken komen uitvoerig in dit werk aan de orde, terwijl de ontwikkelingen in Portugal zelf de noodzakelijke achtergrondinformatie geven, waaruit het optreden overzee kan worden begrepen.

De opzet van het werk tot en met het voorliggende deel is als volgt. in deel I is de Portugese geschiedenis behandeld vanaf de prehistorie tot en met de verovering van Ceuta in 1415. Ook komen in deel I aan de orde: de strijd met Castilië over het bezit van de Canarische eilanden en de kolonisatie van de Madeira-archipel en de Azoren in de eerste helft van de 15e eeuw. In Deel II is deel I samengevat en worden de regeringsperioden van Afonso V (1438-1481) en João II (1481-1495) behandeld. Ook de maritieme expansie aan de kusten van Afrika tot en met de reis van Bartolomeu Dias in 1488 en de betrekkingen van João II met Kongo worden in deel II besproken. Het tijdvak van Manuel I (1495-1521), waarin de maritieme expansie een wereldwijd karakter krijgt, vergt meer dan een deel. In deel III zijn besproken de binnenlandse ontwikkelingen en de expansie in Marokko, terwijl ook de eerste reis van Vasco da Gama naar Indië (1497-1499) en de reis van Pedro Álvares Cabral naar Brazilië en Indië (1500-1501) uitvoerig aandacht krijgen. Deel IV is geheel gewijd aan de expansie in het gebied van de Indische Oceaan in de periode 1501-1509; het eindigt met het aftreden van de eerste onderkoning van de Estado da India, Dom Francisco de Almeida en de ambtsaanvaarding van zijn opvolger Afonso de Albuquerque (1509-1515). Deel V houdt zich geheel bezig met diens daden; onder meer worden besproken: de verovering van Goa en Malacca, het vestigen van de Portugese heerschappij over Ormoez, de vrede met Calicut, de vergeefse aanval op Aden en het bijna volledig verwerven van het monopolie op de handel in specerijen. De bespreking van het tijdvak van Dom Manuel I wordt in deel VI besloten met een behandeling van de maritieme expansie in Afrika en in de Nieuwe Wereld, met de boeiende verwikkelingen in het Império Português do Oriente en het uitzwermen van de Portugezen over Oost-Azië in de jaren 1515-1521. Tenslotte wordt in deel VI het verblijf van het Portugese gezantschap in Abessinië in de jaren 1520-1526 behandeld. Deel VII heeft een bijzonder karakter; het bevat aangevulde capita selecta uit vorige delen en een uitvoerige beschrijving van de reis van Fernão de Magalhães. In de delen VIII-XII worden de ontwikkelingen tijdens de lange regeringsperiode van Dom João III (1521-1557) behandeld: deel VIII gaat over het begin van de kolonisatie van Brazilië, de gedeeltelijke terugtrekking uit Marokko en de tanende goudhandel aan de Minakust. Twee bijlagen bevatten de geschiedenis van het moslimkoninkrijk Granada en de bijdragen van Portugezen in Spaanse dienst aan de ontdekking van Noord-Amerika. Deel IX is gewijd aan de Portugese Atlantische eilanden en aan de Luso-Afrikaanse betrekkingen. Besproken: worden de Madeira-archipel, de Azoren, de Kaapverdische eilanden en Opper-Guinée, de contacten van São Jorge da Mina en van de eilanden São Tomé en Príncipe met de ‘Slavenrivieren’ en met het koninkrijk Benin vanaf het begin tot 1557; andere onderwerpen zijn: commerciële relaties met de koninkrijken Congo en Ndongo, de Portugese betrekkingen met de Swahilikust en de Carreira da India. Deel X is gewijd aan de ontwikkelingen in Azië, onder de gouverneurs: Dom Duarte de Meneses, Dom Vasco da Gama, Dom Henrique de Meneses, Lopo Vaz de Sampayo en Nuno da Cunha. Deel X gaat dus om de periode 1522-1538 van de Estado da India en de lotgevallen van de Portugezen in het Verre Oosten. In deel XII zijn de volgende twintig jaar van de Estado da India beschreven, waarin de volgende negen gouverneurs achtereenvolgens de scepter in Goa hebben gezwaaid: Dom García de Noronha, Dom Estêvão da Gama, Martim Afonso de Sousa, Dom João de Castro, García de Sá, Jorge Cabral, Dom Afonso de Noronha, Dom Pero (de) Mascarenhas en Francisco Barreto. Voorts zijn paragrafen gewijd aan de Visserij- en de Coromandelkust en aan de Carreira da India. Bijlage 1 gaat over de Portugese militaire interventie in Abessinië, onder leiding van Dom Cristóvão da Gama (1541-1542) en Bijlage 2 over de waarschijnlijke ontdekking van Australië in het jaar 1522 of 1525.In het voorliggende deel XII zijn besproken de gebeurtenissen in en rond Portugees Malacca en de bemoeienissen van Portugezen met Ceylon, Birma en Siam, China, Japan en de Molukken. Hierbij ligt het accent op de jaren 1538-1558, dezelfde periode waarover in deel XI over de Estado da India is bericht.. Wat daaraan in de verschillende landen en streken is voorafgegaan, wordt zonodig eerst samengevat.

Bij het schrijven van dit werk sta ik als een dwerg op de schouders van reuzen. Dezen hebben de oorspronkelijke bronnen ontcijferd en daaruit de soms tegenstrijdige gegevens geschift, geordend, geduid en van annotaties voorzien. Ik heb mij slechts tot taak gesteld uit de veelheid van boeken de meest bruikbare te kiezen. Naarmate ik al doende meer inzicht verwerf in de zeer uitgebreide bibliografie van de Portugese aanwezigheid overzee, wordt het kiezen uit de immer aanzwellende stroom studies, moeilijker. Aan de ene kant is de verleiding groot zoveel mogelijk gebruik te maken van literatuur waarin aandacht wordt geschonken aan de heldendaden, lotgevallen en euveldaden van individuele personen, omdat dit kleur geeft aan de historie. Maar aan de andere kant leidt te grote aandacht voor details ertoe dat ik het werk waaraan ik twaalf jaar geleden ben begonnen niet zal kunnen voltooien. Ik moet dus schipperen en gedetailleerde beschrijvingen moeten afwisselen met stukken die een globaal overzicht verschaffen. Bij de keuze van te raadplegen literatuur staat Dr. B. N. Teensma mij met raad en daad terzijde; ook heeft hij mij een aantal boeken van zijn hand geschonken en mij gestimuleerd op de ingeslagen weg voort te gaan. Voor dit alles zeg ik hem dank. Mijn erkenning gaat ook uit naar Prof. Dr. Leonard Blussé voor zijn bemoedigende reacties op de eerder verschenen delen en voor enige werken die ik van hem heb mogen ontvangen. Ook vermeld ik zeer gaarne de website Dutch-Portuguese colonial history: https://www.colonialvoyage.com van Marco Ramerini. Deze voortreffelijke site en zijn vele links vormen voor mij een bron van inspiratie en een uitstekende checklist voor zowel data als relevante literatuur. Marco Ramerini heeft mij ook voorzien van literatuuradviezen; heeft mij geattendeerd op relevante websites, zaken voor mij opgezocht en literatuur met mij uitgewisseld. Voor zijn vele blijken van vriendschap ben ik hem zeer dankbaar; in het bijzonder voor de van hem ontvangen Carta de fray Geronimo de Santisteban a don Antonio de Mendoza, de Cochin, en la India de Portugal a 22 de Enero de 1547. Naast de website van Ramerini heb ik ook verschillende andere websites met bruikbare gegevens gevonden.

Deel XII laat zich, evenals voorafgaande delen, afzonderlijk lezen, omdat de te bespreken onderwerpen worden ingeleid met een samenvatting van het voorafgaande, onder verwijzing naar de oorspronkelijke vaak uitvoeriger bespreking. Er is een uitgebreide index toegevoegd; deze bevat, naast vele zaaksnamen, alle voorkomende persoons- en topografische namen. Enige geografische kaarten en een glossarium completeren het geheel.

In deel X is melding gemaakt van de reis naar en de aankomst in Indië van Fernão Mendes Pinto1 en is al enige keren geciteerd uit Pelgrimsreis, zijn door Arie Pos vertaalde en toegelichte beroemde boek Peregrinação. Omdat in de delen XI en XII op ruime schaal gegevens zijn ontleend aan Pelgrimsreis, wordt hieronder een toelichting gegeven op dit lange tijd omstreden boek.

Peregrinação van Fernão Mendes Pinto (1511-1583) is – na het epische gedicht Os Lusíadas van Luís (Vaz) de Camões uit 1572 – het bekendste boek uit de Portugese literatuur. Het boek dient zich aan als een autobiografisch verslag van de avonturen van de schrijver die in de jaren 1537 tot 1558 door Azië heeft gezworven en daar een aaneenschakeling van schipbreuken, gevechten met piraten, oorlogen, rampen en beproevingen in verre streken zou hebben ondergaan. Pinto stelt zijn belevenissen op schrift na zijn terugkeer in Portugal. Als hij op 8 juli 1583 overlijdt, schenken zijn dochters het manuscript, overeenkomstig zijn laatste wil, aan het Casa Pia das Penitentes in Lissabon. Met het oog op publicatie wordt het voorgelegd aan de Inquisitie. In 1603 geeft het Heilig Officie zijn goedkeuring. Als ook de Portugese autoriteiten tien jaar later toestemming tot publicatie hebben gegeven, wordt Peregrinação in 1614, in Lissabon uitgegeven door de Leuvenaar Pedro Crasbeeck, een leerling van de Antwerpse meesterdrukker Christoffel Plantijn. Ofschoon het boek zich in een grote populariteit mag verheugen (het wordt vertaald in het Spaans, Frans, Nederlands, Engels en Duits en beleeft tot 1700 twintig drukken) vestigt het Pinto’s naam als leugenaar en fantast. Zijn naam wordt verbasterd tot Fernão mentes? Minto. (Fernão lieg je? Ik lieg.) Uit wetenschappelijk onderzoek in later tijd is gebleken, dat Pinto’s boek een uiterst zeldzame en verbazend nauwkeurige beschrijving bevat van de historie van de Portugese expansie in verschillende Aziatische landen. Pinto geeft daarvan een menselijk en realistisch beeld, waarbij hij zijn kritiek op het soms wrede optreden van zijn landgenoten niet spaart.

Peregrinação bevat beschrijvingen van uiteenlopende zaken, zoals de roomskatholieke missie in Oost-Azië, de Javaanse oorlogen, de geschiedenis van Sumatra, Birma en Siam en de ontdekking van Japan. Enige punten van kritiek blijven:

  • Pinto geeft zichzelf een rol in de avonturen van anderen. Dit is zeker het geval als hij zichzelf beschrijft als een van de drie Portugese ontdekkers van Japan. Overigens wordt Pinto’s relaas vrijwel volledig bevestigd door Japanse bronnen. Diogo Zeimoto, een van deze drie, is historisch juist, evenals het relaas over de introductie van vuurwapens en over de genezing van de Japanse prins;

  • Pinto heeft vrijwel zeker geput uit het Tractado das cousas da China (1569) van de Portugese dominicaan Frei Gaspar da Cruz. Een voorbeeld daarvan is wat hij over Galeoto Pereira, door hem genoemd Lançarote Pereira, uit Ponte de Lima vermeldt. Deze handelar in de Chinese havenstad Liampo (Ningpo) krijgt vermoedelijk rond 1545 problemen met een Chinese zeerover die Liampo aandoet. De Portugezen steken drie van diens jonken in brand en doden 200 van zijn manschappen;

  • Pinto is slordig met zijn jaartallen en met de chronologie van de beschreven gebeurtenissen. Te zijner verontschuldiging wordt wel aangevoerd dat hij zijn boek heeft geschreven nadat hij in Portugal is teruggekeerd;

  • Pinto maakt zich schuldig aan schromelijke overdrijvingen, als hij het heeft over de omvang van legermachten, oorlogsvloten, de bevolking van steden en dergelijke.

In dit boek is bij de beschrijven van historische gebeurtenissen geput uit Pelgrimsreis, de in 1992 verschenen Nederlandse vertaling van Peregrinação van Arie Pos. Daarbij heb ik mij beperkt tot gebeurtenissen die met andere bronnen konden worden geverifieerd. Bovendien is telkens in de tekst of in voetnoten vermeld of sprake is van een samenvatting van Pinto’s wijdlopige beschrijvingen. De klaarblijkelijke overdrijvingen van Pinto, bijvoorbeeld als hij de omvang van een legermacht of een vloot vermeldt, zijn vermeden. Een leger van bijvoorbeeld 300.000 man is aangeduid met een grote legermacht.

Hierna volgt een opsomming van de bij het schrijven van deel XII vooral geraadpleegde literatuur. Daarbij zijn de werken waaraan ik het meest heb gehad vet vermeld. In het laatste deel van dit werk zal een volledige literatuurlijst worden opgenomen.

Bij het schrijven van (bijna) alle hoofdstukken is gebruik gemaakt van de navolgende boeken:

  • Alden, Dauril: The Making of an Enterprise; The Society of Jezus in Portugal, Its Empire, and Beyond, 1540-1750, 1996;

  • Boxer, C.R.: The Portuguese Seaborne Empire 1415-1825, 1969;

  • Boxer, C.R.: Mary ans Misogyny; Women in the Iberian Expansion Overseas 1415-1825, 1975;

  • Danvers, F.C.: The Portuguese in India, Vol I, 1894 (hfdst. 16 t/m 18);

  • Daurignac, J.M.S.: Histoire de Saint François de Xavier (tome second), 1870;

  • Diffie, B.W. and G.D. Winius,: Foundations of the Portuguese Empire, 1415-1580, 1977;

  • Lacouture, Jean: Jésuites, Tome 1, Les Conquérants, Éditions du Seuil, 1991;

  • Magalhães-Godinho, V: L’economie de l’empire Portugais aux XVe et XVIe siècles, 1969;
  • Oliveira Marques, A.H. de: History of Portugal, Volume I & II, 1976;

  • Pinto, Fernão Mendes: Peregrinação, vertaald door Arie Pos en uitgegeven onder de titel Pelgrimsreis, 1992;

  • Ricard, Robert: l’Epansion Missionaire du Portugal et de l’Espagne aux XVe et XVIe siècles, opgenomen als chapitre IX in Histoire Universelle des Missions Catholiques, Les Missions des Origines au XVIe Siècle, 1956;
  • Veen, Ernst van: Decay or Defeat? An inquiry into the Portuguese decline in ASIA 1580-1645, 2000;

  • Wallerstein, Immanuel: The Modern World-System: Capitalist , ResearchAgriculture and the Origins of the European World-Economy in the Sixteenth Century, 1974;
  • Wickeren, Arnold van: voorgaande delen van dit werk.

Voorts zijn geraadpleegd de op schrift gestelde bijdragen aan de Ilhas conference,

getiteld `Rivalry and Conflict, European Traders and Asian Trading networks,

16th and 17th century’, gehouden van 23 tot 26 juni 2003 in Wassenaar,

  • João Paulo Oliveira e Costa: The Padroado and the Catholic Mission in Asia during the 17th century;

  • Ernst van Veen: The European-Asian relatons during the 16th and 17th century in a global perspective.

Daarenboven is bij het schrijven van hoofdstuk 1 de volgende aanvullende literatuur gebruikt:

  • Hattstein, Markus: Weltreligionen, Könemann GmbH, 1997;

  • Kikkert, J.G.: ‘Het oude Ceylon, Intermediair, 12 augustus 1977;

  • Pieris, P.E.: Ceylon and the Portuguese 1505-1658, 1920;

  • Winius, George Davison: The Fatal History of Portuguese Ceylon: Transition to Dutch Rule, 1971;

Voor hoofdstuk 2 zijn bovendien geraadpleegd:

  • Boxer, C.R.: Race Relations in the Portuguese Colonial Empire 1415-1825, 1963;

  • Corn, Charles: The Scents of Eden. A Narrative of the Spice Trade, 1998;

  • Groslier, Bernard Philippe et C.R. Boxer: Angkor et le Cambodge au XVIe siècle d’après les Sources Portugaises et Espagnoles, 1958;

  • Meilink-Roelofsz, M.A.P.: Asian Trade and European Influence in the Indonesian Archipelago between 1500 and about 1630, 1962;
  • Noonan, Laurence A.: The Portuguese in Malacca; A Study pf the First Major European Impact on East Asia, 1988;

Voor hoofdstuk 3 is ook gebruikgemaakt van:

  • Boxer, C.R.: Fidalgos in the Far East 1550-1770, fact and fancy in the history of Macao, 1948;

  • Souza, George Bryan: The Survival of Empire: Portuguese Trade and Society in China and the South China Sea, 1630-1754, 1986;
  • T’ien-Tsê Chang: Sino-Portuguese trade from 1514 to 1644: A synthesis of Portuguese and Chinese sources, 1969;

Voor hoofdstuk 4 zijn ook bekeken:

  • Blankwaardt, W.: ‘Notes upon the Relations between Holland and Siam’, Selected Articles from The Siam Society Journal, Volume VII, 1959;

  • Campos, Joaquim de: ‘Early Portuguese Accounts of Thailand’, Selected Articles from The Siam Society Journal, Volume VII, 1959;

  • Groslier, Bernard Philippe et C.R. Boxer: Angkor et le Cambodge au XVIe siècle d’après les Sources Portugaises et Espagnoles, 1958;

  • Rajanubhab, H.R.H. Prince Damrong: ‘The Introduction of Western Culture in Siam’, Selected Articles from The Siam Society Journal, Volume VII, 1959;

Twee eerder genoemde werken zijn vooral intensief gebruikt bij het schrijven van hoofdstuk 5 en daaraan zijn twee andere toegevoegd; het betreft bij elkaar de volgende werken:

  • Bernard-Maitre s.j., H.: Saint François Xavier et la mission du Japon jusqu’en 1614, opgenomen als chapitre IX in Histoire Universelle des Missions Catholiques, Les Missions des Origines au XVIe Siècle, 1956;
  • C.R. Boxer: The Christian Century in Japan 1549-1650, 1967

  • Daurignac, J.M.S.: Histoire de Saint François de Xavier (tome second), 1870;

  • Hattstein, Markus: Weltreligionen, Könemann GmbH, 1997;

  • Lacouture, Jean: Jésuites, Tome 1, Les Conquérants, Éditions du Seuil, 1991;

Voor hoofdstuk 6, tenslotte, is bovendien gebruikgemaakt van de volgende werken:

  • Bokemeyer, Heinrich: Die Molukken: Geschichte und quellenmässige Darstellung der Eroberung und Verwaltung der Ostindische Gewürszinseln durch die Niederländer, 1888;

  • Corn, Charles: The Scents of Eden. A Narrative of the Spice Trade, 1998;

  • Knaap, G.J.: Kruidnagelen en Christenen; De Verenigde OostIndische Compagnie en de bevolking van Ambon 1656-1695?, 1987;

  • Magalhães-Godinho, V: L’economie de l’empire Portugais aux XVe et XVIe siècles, 1969;
  • Morga, Antonio de: Sucesos de las Islas Filipinas, translated and edited by J.S. Cummins, Hakluyt Society, 1972;

  • Ramerini, Marco: La presenza spagnola alle isole Molucche, 1606-1663, nog niet gepubliceerd;

  • Valentijn, François: Oud- en Nieuw Oost-Indiën, deel I, heruitgave 2002;

  • Wennekes, Wim: Gouden handel: De eerste Nederlanders overzee en wat zij daar haalden,1996;

  • Wessels s.j., C.: De Katholieke Missie in de Molukken, Noord-Celebes en de Sangihe-eilanden, gedurende de Spaanse bestuursperiode (1606-1777), 1935

Voor hoofdstuk 6 is via het Internet ook geraadpleegd het Archivo General de Indias in Sevilla en van de Carta de fray Geronimo de Sansisteban a don Antonio de Mendoza, 22 de Enero 1547.

Bij het schrijven van alle hoofdstukken is onder andere gebruikgemaakt van de volgende naslagmogelijkheden:

  • Het World Wide Web;

  • De Encyclopædia Britannica, Multimedia Edition 1999;

  • Le Petit Robert des Noms Propres, 2003

  • Atlas zur Weltgeschichte, 1982;

  • Catholica (A.M. Heidt): N.V. Uitgeversmaatschappij Pax, ‘s- Gravenhage, 1966;

De animo dit werk voort te zetten en steeds weer enthousiast aan een nieuw deel te beginnen wordt in hoge mate gestimuleerd door blijken van waardering. Gelukkig mag ik deze in toenemende mate en soms van heel onverwachte zijde ontvangen. Hiervoor ben ik dankbaar. Ik spreek tenslotte in het bijzonder mijn dank uit aan mijn vrouw die mij na mijn pensionering weinig belast met huishoudelijke taken, maar mij alle gelegenheid geeft dit boek te schrijven.

De schrijver

1 Zie pp. 98-99 van deel X

Hoofdstuk 1 De Portugese bemoeienissen met Ceylon 1.0 Inleiding