Categorieën
Portugees kolonialisme

Het regimento van Simão da Silva. De betrekkingen met Congo en Angola

Deel 6 Index

Hoofdstuk 4

De betrekkingen met Congo en Angola

4.3 Het regimento van Simão da Silva

Geschreven door Arnold van Wickeren

Afonso I treedt van meet af aan op met een overdreven geloofs-ijver, die eigen is aan sommige bekeerlingen. Hij bestrijdt het fetisjisme en vernietigt de symbolen daarvan, waar hij maar kan. Hiervoor in de plaats stelt hij de symbolen van zijn nieuwe geloof door het plaatsen van kruisen en andere tekenen van christelijke devotie. Hij heeft vlekkeloos Portugees leren spreken, lezen en schrijven en hij verdiept zich zelfs in de Latijnse taal. Afonso’s leergierigheid wekt verbazing bij de Portugezen. Hij heeft zich het geloof van zijn leermeesters zozeer eigen gemaakt dat hij velen van hen in kennis daarvan overtreft.

In 1508 zendt de Mani-Congo zijn neef, Dom Pedro, als zijn gezant, naar koning Manuel. Deze heeft opdracht een beschrij-ving van de gehele politieke en sociale inrichting van Portugal mee terug te brengen. De Mani-Congo beoogt één en ander voor Congo over te nemen. De wensen van Afonso worden prompt vervuld. Koning Manuel zendt Simão da Silva naar Congo om Afonso I in de uitvoering van zijn taak terzijde staan. In 1512 komt Silva, met vijf schepen in Congo aan. Hij heeft op schrift gestelde instructies, een regimento, bij zich, waarmee Manuel beoogt de situatie in Congo te redden. Dit regimento kan gezien worden als een samenvatting van de Portugese politiek jegens Afrikaanse monarchen aan het begin van de 16e eeuw. Het regimento is een geheim document, dat niet aan de Mani-Congo mag worden getoond. Daarom kan ervan worden uitgegaan dat de tekst van het regimento laat zien welke inzichten er aan het Portugese hof leven over de met Afrikaanse monarchen aan te gane betrekkingen. Het regimento kent vier soorten instructies. De eerste soort dient om koning Afonso zijn staat te doen inrichten, met behulp van Simão da Silva. Deze is niet te beschouwen als een ambassadeur. Hij is ook geen capitão. Hij is eerder een adviseur, wiens hoofdtaak het is Afonso te helpen zich binnen de Republica Christiana te handhaven. Het docu-ment gaat ervan uit dat Afonso steeds de adviezen van Silva zal opvolgen, maar niet vermeld wordt waarom dat zo zou zijn. Het bindmiddel van het Luso-Congolese bondgenootschap is het christelijk geloof. Er wordt met geen woord gesproken over een militaire bezetting. Congo wordt volledig erkend als een on-afhankelijk koninkrijk, zonder politieke suprematie van Portugal. Koning Manuel zendt de `Zeer Verheven en Excellente Koning van Manicongo’ volledig inzicht in de structuur van de Portugese adel, die in Afrika zal worden overgenomen. Dit is een belang-rijke zaak, omdat de adel de ruggegraat vormt van de Europese samenlevingen. De Congolese koning kan inzicht verwerven in de wijze waarop in Portugal mannen, die zich bijzonder onder-scheiden hebben, een hogere sociale positie kunnen bereiken. Op deze wijze kan de Congolese sociale structuur telkens worden vernieuwd en versterkt. Ook het rechtsstelsel van Congo wordt beïnvloed. Simão da Silva overhandigd Afonso I een afschrift van de Ordenações do Reino (Portugese wetgeving). Hij bespreekt met de Mani-Congo hoe rechtbanken ertoe gebracht kunnen worden zich bij hun uitspraken te laten leiden door chris-telijke beginselen. Veranderingen dienen echter stap voor stap te worden ingevoerd om grote schokken te vermijden. Afonso is geneigd zeer veel van de Portugezen over te nemen, maar dat wil niet zeggen dat hij alles wat hem wordt voorgeschoteld kritiek-loos immiteert. Hij vraagt de Simão da Silva schertsend: `Wat is de straf in Portugal voor iemand die met zijn voet de grond raakt?’ De koning wenst zijn onderdanen niet bloot te stellen aan de zware straffen die de Portugezen opleggen aan hen die zich in zijn ogen hebben schuldig gemaakt aan geringe vergrijpen. De vorst wil, met hulp van de missionarissen en andere adviseurs de Code Penal aanpassen aan de omstandigheden en behoeften van zijn volk.

De tweede soort instructies beoogt orde te scheppen onder de in Congo verblijvende Portugezen. Zij allen staan onder Portugese jurisdictie, in laatste instantie uitgeoefend door Silva zelf, in zijn hoedanigheid van corregedor, afgezien van beroep op de koning van Portugal, die daarmee extraterritoriale rechten verkrijgt. Des-ondanks kan hiertegen geen bezwaar worden gemaakt, omdat het de bedoeling is de Mani-Congo te helpen in zijn omgang met de Portugezen en allerminst om zijn autoriteit aan te tasten. Simão da Silva heeft ook de bevoegdheid Portugezen, wier gedrag de Luso-Congolese samenwerking schaadt, naar hun vaderland terug te zenden, alwaar zij berecht zullen worden. Slechts de besten mogen in Congo blijven; kolonisatie vereist het beste type mannen. Er wordt danook geen melding gemaakt van het zenden van degradados, of van andere gestraften. Aan het berechten in Portugal van Portugezen die zich in Congo misdra-gen hebben kleven, gezien vanuit het oogpunt van de Bakongo, twee bezwaren: Portugezen worden anders behandeld dan de Congolezen, dus niet iedereen is voor de wet gelijk, en niet waar-neembaar is welke straf volgt op welk vergrijp. Silva heeft metse-laars, timmerlieden en andere handwerkslieden meegebracht. Zij zullen huizen, kerken en scholen bouwen en hun kennis over-dragen aan inheemsen. Zelf onderwijst Simão da Silva de koning en zijn adviseurs in Europese krijgskunde. Er is geen sprake van het bouwen van forten, omdat dat niet nodig is. Er wordt vanuit gegaan dat Congo, als lid van de Republica Christiana, zich in geval van oorlog schaart aan de zijde van de andere christelijke naties. Het regimento bepaalt wat Portugezen in Congo te laten hebben. Zo is het hun verboden de Congolese koning lastig te vallen met bezorgde vragen en verzoeken. Missionarissen dienen bij elkaar te gaan wonen, waarmee tegengegaan wordt dat zij met hun zwarte maîtresse samenleven, een euvel waar-over Afonso bij koning Manuel heeft geklaagd. Het is missiona-rissen verboden geld aan te nemen van de Mani-Congo, omdat gebleken is dat zij dit soms aanwenden voor het kopen van slaven. De slaven die zij bezitten, dienen zij op eigen kosten naar Portugal te zenden. De missionarissen die zich slecht gedragen moeten teruggezonden worden naar Lissabon. De blanken dienen boodschappers van de beschaving te zijn en niets anders. De derde en vierde soort instructies van het regimento hebben betrekking op de handelsbetrekkingen tussen Portugal en Congo. Omdat Portugal verwacht uit Congo vooral ivoor en slaven te kunnen betrekken, arriveert met Silva een feitor real in Congo. Over ivoor is Silva heel openlijk, omdat hij geen tegen-werpingen van Afonso verwacht, maar over slaven is hij heel voorzichtig. Zo doet hij het voorkomen dat de idee van slaven-handel bij hem zelf is opgekomen en koning Manuel daar geheel buiten staat. Hij legt Afonso uit dat de Portugese koning zich, ten behoeve van Congo, grote uitgaven heeft moeten getroosten en dat het juist zou zijn hem hiervoor op de een of andere wijze compensatie te bieden. Het beste zou zijn de afgezanten van koning Manuel toestemming te geven enige slaven in Congo te kopen. Silva heeft ook opdracht, indien mogelijk, de oorsprong van de Congostroom te vinden en zijn onderzoekingen over het gehele land uit te breiden.

Simão da Silva moet Afonso ervan zien te overtuigen dat het raadzaam is een ambassadeur naar de paus te zenden, om aldus – zoals gebruikelijk onder katholieke vorsten – `zijn gehoor-zaamheid aan Zijne Heiligheid, als plaatsbekleder van Christus, tot uitdrukking te brengen’. Koning Manuel suggereert zelfs de naam van deze ambassadeur, Dom Pedro, de neef en gezant van Afonso I, die op dat moment in Lissabon verblijft. Dom Pedro kan op zijn missie naar Rome vergezeld worden door Portugese adviseurs, die bekend zijn met het Vaticaanse protocol. Afonso verwelkomt de idee een gezantschap naar het Vaticaan te zenden, maar hij wenst dat dit onder leiding staat van zijn achttienjarige zoon Dom Henrique, die in Lissabon tot priester wordt opgeleid. Ofschoon de Congolese betrekkingen met het Vaticaan tot nu toe door Portugezen onderhouden zijn, maakt koning Manuel geen bezwaar. Hij is zich ervan bewust dat een zekere glorie van dit bezoek op Portugal zal afstralen, omdat zijn land niet slechts het koninkrijk Congo ontdekt heeft, maar zijn inwoners zoveel beschaving heeft bijgebracht dat het zenden van een gezantschap naar het Vaticaan tot de mogelijkheden is gaan behoren. De Portugese koning dient Dom Henrique van advies. Zo wordt besloten dat hij de paus in het Latijn zal aanspreken. Koning Manuel zegt Afonso ook toe zich ervoor te beijveren dat de paus Dom Henrique te zijner tijd tot bisschop zal verheffen. Terwijl de Congolese missie naar het Vaticaan wordt voorbereid, lopen schepen uit Congo de haven van Lissabon binnen. Aan boord bevinden zich geschenken voor Zijne Heiligheid, zoals ivoor, zeldzame huiden en textiel gemaakt uit de vezels van palmbomen. De tocht naar Rome gaat niet over zee. Het Congolese gezantschap trekt beladen met de geschenken voor de paus door Portugal, Spanje en Frankrijk naar de Alpen. Het trekt de Alpen over, daalt af naar Noord-Italië en bereikt in 1513 Rome. Koning Manuel draagt Dom Henrique aan de paus voor hem tot bisschop te wijden. Manuel ziet in de voordracht een middel om zijn betrekkingen met zijn koninklijke `broeder’ Afonso van Congo, die hij koestert, te verdiepen. De voordracht heeft aanvankelijk in Rome voor opschudding gezorgd. Hoe kon een neger bisschop zijn? Hoe kan dat defeito de sangue over-wonnen worden? Paus Leo X bevindt zich in een moeilijke parket: aan de ene kant kan hij de voordracht van Manuel, met wie hij op zeer goede voet staat, niet negeren; aan de andere kant heeft hij er, ondanks zijn opperste autoriteit, moeite mee de Romeinse kardinalen ervan te overtuigen, dat in de idee van een negerbisschop niets onchristelijks schuilt. Uiteindelijk zijn vier kardinalen bereid de zoon van de Mani-Congo formeel aan de paus voor te dragen tot bisschop te worden gewijd. De pauselijke bul, waarin Leo X in 1518 Dom Henriques wijding tot titulair bisschop van Utica in partibus infidelium bekend maakt, begint met de woorden: `Vidimus quae super Henrici.’ Drie jaar na zijn wijding zal de bisschop als apostolis vicaris (hulpbisschop) van Congo naar zijn vaderland terugkeren.

4.4 Congo onder Afonso I.