Categorieën
Portugees kolonialisme

Japanse afkeer en wantrouwen. De komst van andere Europeanen naar het Verre Oosten

Deel 20 Index

Hoofdstuk 2

De komst van andere Europeanen naar het Verre Oosten

2.4 Japanse afkeer en wantrouwen

Geschreven door Arnold van Wickeren

Naast China is Japan het belangrijkste land waarmee de Portugezen handeldrijven. De welvaart van Macau maakt het mogelijk onbewerkt goud uit Japan te importeren. Ongelukkigerwijze zijn de Portugezen in Japan aan het einde van de zestiende eeuw hun vriendschap van de inheemsen aan het verliezen en hun aanzien neemt ook af. Wij erkennen dat de interne politieke omwenteling van veel invloed is geweest op hun positie, maar de Portugezen zijn in hoofdzaak zelf de schuld van hun ongeluk. Bij het verwoorden van de oorzaak van hun impopulariteit in Japan, merkt Engelbert Kaempfer terecht op “trots bij de hoge heren en hebzucht van het mindere volk veroorzaken dat de Japanners een afkeer krijgen van de Portugezen in het algemeen. De toenemende rijkdom en het onverwachte succes bij de verkondiging van hun geloof vervullen zowel leken als geestelijken met trots. De hoge geestelijken achten het beneden hun waardigheid zich nog langer te voet te verplaatsen, maar ‘zij moeten vervoerd worden in statige stoelen, daarbij de pracht van de paus en zijn kardinalen in Rome nabootsend.’ Zelfs de inheemse bekeerlingen zijn verbaasd, legt Kaempfer verder uit, en zij worden ongeduldig als zij zien dat hun geestelijke vaders het oog laten vallen op hun geld en hun land en dat de kooplieden van deze christelijke natie als woekeraars beschikken over Japanse goederen. Tonend hoe de trots van de Portugezen hun val in 1597 veroorzaakt, geeft hij de volgende anekdote: op zekere dag ontmoet een Portugese bisschop op straat een raadslid van de staat dat op weg is naar het hof. De hooggeplaatste prelaat geeft geen opdracht halt te houden, opdat hij zijn respect kan betuigen aan een belangrijk man. Hij is zelfs niet bereid de normale burgerlijke beleefdheid in acht te nemen en hij verzoekt zijn dragers op neerbuigende toon hem verder te dragen. Het raadslid, door dit beledigende signaal geërgerd, koestert vanaf dit moment een dodelijke haat tegen de Portugezen. Later doet hij zijn beklag bij de shogun en hij schildert de onbeschaamdheid, trots en ijdelheid van de Portugezen op zodanige wijze af dat de shogun zeer verontwaardigd is. Het volgende jaar, dat is 1597, begint de vervolging opnieuw.

De Portugezen verkeren al in een gevaarlijke toestand als een ander incident hun situatie nog onhoudbaarder maakt. In 1608 overwintert een schip dat behoort aan de daimyo van Arima in Macau, als in een rel meer dan twintig leden van de bemanning omkomen. De capitão-mor van Macau, André Pessoa, reist het jaar daarop desgevraagd naar Japan om de toedracht van het incident uit te leggen. Hij komt in Nagasaki aan met een aanzienlijk aantal priesters en scheepslieden en met een miljoen aan goud. Het moet gezegd worden dat de uitleg gegeven door Pessoa de Japanners aanvankelijk tevredenstelt, maar dat het aan het gestook van de Hollanders, die juist een voet in Japan verworven hebben, te wijten is dat de daimyo van Arima opdracht krijgt Pessoa te arresteren. Belegerd door een grote superieure strijdmacht, verdedigt een handvol Portugezen dapper hun nau en de Japanners worden met grote verliezen teruggeslagen. Ongelukkigerwijze zet een handgranaat het zeil in brand. De vlammen verspreiden zich, wat in het voordeel is van de Japanse aanvallers, die aan boord van de nau trachten te komen. De Portugese kapitein rent naar het magazijn en blaast het niet meer te verdedigen schip op, met alle mensen aan boord. De Japanners hebben bij dit conflict helemaal niets gewonnen, maar de vooruitzichten op Portugese handel in Japan zijn donkerder dan ooit. De Hollanders, die van de gelegenheid gebruikmaken, winnen langzamerhand meer invloed in Japan.

2.5 De nieuwe politiek van de Chinezen