Categorieën
Portugees kolonialisme

Het hoofdmanschap van Lundu en zijn relaties met Quelimane. Moçambique ten noorden van de Zambezi tot aan het midden van de 17e eeuw

Deel 22 Index

Hoofdstuk 1

Moçambique ten noorden van de Zambezi tot aan het midden van de 17e eeuw

1.5 Het hoofdmanschap van Lundu en zijn relaties met Quelimane

Geschreven door Arnold van Wickeren

In de tweede helft van de 17e eeuw wordt Lundu beschouwd als de meest prestigieuze Maravi-chef na Kalonga. Het Lundu hoofdmanschap wordt machtig als resultaat van de Zimba-oorlogen van de jaren tachtig van de 16e eeuw die het mogelijk maken zijn heerschappij te vestigen over het grootste deel van zuidelijk Makua en over de noordelijke oever van de Zambezi in de benedenloop van de Zambezi]. De Lundu staat werd weliswaar gesticht dankzij de wapenen van de Zimba, maar zijn overleven is afhankelijk van de controle over de Mbona regencultus en over de belangrijkste gebieden waar katoenen kledingstoffen wordt geproduceerd in de regio van de Shire. Lundu’s hoofdstad en de belangrijkste regenschrijn van Mbona liggen aan de Shire rivier en daar groeit ook de katoen in overvloed en vervaardigen de mensen de machiras (als kleding gedragen stroken van geweven katoen) die in de handel van de streek waarde hebben.

De enige streek ten noorden van de Zambezi die in de vroege 17e eeuw niet onder de controle van de Lundu valt is de stad Quelimane en haar onmiddellijke achterland en juist in dit gebied komen de Portugezen en de Lundu het meest met elkaar in conflict. João dos Santos O.P. beschrijft oostelijk Afrika zoals hij het heeft leren kennen in de late 16e eeuw. Hij zegt dat rond Quelimane Afrikaanse onderdanen van het Portugese fort leven. In de onmiddellijke omgeving zijn Makua-chefs en de Makua controleren enige van de eilanden in de Zambezi.

De delta’s ten noorden van Quelimane kennen kleine moslimvestigingen en beiden, de moslims en de Makua, handelen in ivoor en in levensmiddelen met de Portugezen. In 1595, echter, is Dos Santos getuige van de activiteiten van de Zimba in het achterland van de Quisungo delta en hij suggereert dat Lundu in die tijd zijn gezag handhaaft aan dit deel van de kust. In de 17e eeuw oefenen de Maravi na de overwinning van Muzura over de Lundu druk uit op de Lundu en in de jaren dertig van de 17e eeuw claimt Muzura de soevereiniteit over alle land ten noorden van de Zambezi tot aan de zee, met inbegrip van Quelimane.

Waar mogelijk zoekt de Makua-bevolking Portugese bescherming tegen de Lundu’s, Zimba en tegen Muzura’s legers. Dit stelt Portugezen in staat de informele controle te claimen over de kust 20 léguas vanaf Quelimane naar het noorden ‘zover als Licungo en Casungo’ en ongeveer 19 léguas landinwaarts. In 1634 bevinden deze territoria zich waarschijnlijk al onder directe controle van de capitão van het fort in Quelimane, maar ze zullen spoedig worden georganiseerd als landconcessies of prazos. Wanneer Manuel Barreto de situatie in 1667 beschrijft zijn de kustlanden ten noorden van Quelimane en langs de rivier Qua Qua verpacht aan individuele Portugezen, ‘die gehouden zijn met hun kafirs te assisteren bij de verdediging van het fort (chuambo) als de capitão hen daartoe oproept. De Maravi die met geweld de chefs van de Bororo hebben overvallen, hebben Quelimane een aantal keren aangevallen, maar zij zijn telkens voor de fortificaties teruggeslagen. Niet voor de laatste maal in Moçambiques geschiedenis zenden oorlog en banditisme refugees naar de relatieve veiligheid van de Portugese kuststeden.

Onder de bescherming van het fort en van de prazos aan de kust blijft een deel van de Bororo onafhankelijk van Maravi-controle; ze noemen zichzelf ‘volk van het fort’, of Chuabo. In de loop van de tijd verwerven zij een eigen etnische identiteit en dialect. Het ‘volk van het fort’ krijgt later zijn pendanten in de bevolkingen die wonen in de nabijheid van alle andere Portugese handelsposten en parallellen, met name bij de Tonga, die rond Inhambane wonen en de mensen uit Sena aan de benedenloop van de Zambezi die, net als de Chuabo, hun naam ontlenen aan een Portugese stad.

1.6 Het hoofdmanschap van Undi