Categorieën
Portugees kolonialisme

Sociale, levensbeschouwelijke en culturele aspecten. Portugal onder koning Manuel I (1495-1521)

Deel 3 Index

Hoofdstuk 1.

Portugal onder koning Manuel I (1495-1521)

1.4 Sociale, levensbeschouwelijke en culturele aspecten

Geschreven door Arnold van Wickeren

Er zijn in Portugal veel broederschappen van leken die zich met liefdadigheid bezighouden. Zij beheren ziekenhuizen, instellingen voor de opvang van krankzinnigen en behoefti­gen, enzovoorts. Reeds onder koning João II is in 1492 het ziekenhuiswezen in Lissabon hervormd. Daarmee is, in navol­ging van Florence en Siena, een stap gezet in de rich­ting van centralisatie en vooruit­gang in de openba­re dienst­verle­ning. De talrijke, door broe­derschap­pen in stand gehou­den, kleine zieken­huisjes en onderko­mens voor de armen zijn vervan­gen door één groot hospitaal. In dit Hospi­tal de Todos os Santos worden de zieken beter behan­deld, het­geen mogelijk is, doordat de koning de instel­ling royaal subsi­dieert, terwijl de opgeheven kleine instellin­gen volko­men afhankelijk waren van particuliere giften.

Het Hospital de Todos os Santos, mag dan in Lissabon de zorg voor zieken hebben verbeterd, de sociale nood van de armen is nog schrikbarend groot. Daarom stich­ten de wedu­we van koning João II, koningin Leonor, en haar biechtva­der, Miguel Con­treiras op 15 augustus 1498 een nieuwe instel­ling van liefdadig­heid, a confra­ria de Nossa Senhora de Mis­ericórdia (de broeder­schap van Onze Lieve Vrouw van Smarten). Deze broeder­schap bestaat uit leken die meestal tot de hogere standen behoren. Zij heeft tot doel het christe­lijk gebod van naasten­liefde in al zijn vormen in praktijk te brengen: het geven van aalmoezen aan de armen; het bezoe­ken van zieken, behoeftigen en gevangenen, het verschaffen van een bruidsschat aan meisjes, het opzetten van krankzin­nigenge­stichten, het beheer van ziekenhuizen, het onder­steunen van arme gezinnen, enzovoorts. Deze broederschap is het ant­woord op de schreeuwende behoefte van die tijd. Zij ver­spreidt zich spoedig over het gehele land en ook over de gebie­den overzee, waar zich Portugezen geves­tigd hebben.

Iedere stad heeft zijn eigen Mise­ricórdia, met een speci­ale en ruim opgezette kerk, waar de aalmoezen worden ingeza­meld. Edellieden en werkers, rijk en arm, zijn er trots op tot de Broe­derschap te behoren en geven haar iedere denkbare onder­steuning. Ook de koning ondersteunt de werken van de Misericórdia met donaties. Er ontstaat een in hoge mate doelmatig en fijnma­zig netwerk van liefdadigheid, dat tot in onze dagen voortbe­staat. In de Portugese gebie­den over­zee neemt de Mise­ricórdia al spoe­dig dezelfde be­langrijke plaats in als in Portugal zelf, zo zeer dat de Mise­ricórdi­a, naast de factorijen en de forten, het derde kenmerk wordt van de Portugese aanwe­zigheid overzee.

De Portugese samenleving als geheel is diepgaand beïnvloed door het christendom. Desondanks zijn er voldoende bewij­zen dat geweld en losbandigheid geen uitzonderingen zijn. Voor onwettige kinderen behoeven koningen, edelen en zelfs geestelijken zich niet te schamen. Geweld is wijdver­breid en de gemoederen lopen soms hoog op. Misdadigers worden wreed gestraft. De doodstraf wordt vaak uitgespro­ken en op verschillende wijzen voltrokken. Levend verbran­den is daar een van. Overigens vormt Portugal daarmee geen uitzondering in Europa. De wijze waarop in de tijd van ko­ning Manuel tegen leven en dood wordt aangeke­ken, is belang­rijk, omdat het antwoord geeft op vele andere vragen. Het leven is natuurlijk waard geleefd te worden, maar ieder­een erkent dat er hogere waarden zijn dan het leven. Man­nen geloven dat de dienst aan God en de koning zwaar­der wegen dan iemands leven. De dood is een realiteit, die men zich veel meer bewust is dan vandaag de dag en niemand tracht zich aan zijn verant­woordelijkheden te onttrekken.

Iedereen gelooft dat hij na zijn dood God ont­moet en dat hij dan beoordeeld zal worden naar zijn daden. Dus, ondanks losban­digheid, gebruik van geweld en andere zonden, neemt men zich voor, na het tonen van berouw, een beter leven te gaan leiden, alvorens voor Gods rechter­stoel te verschijnen. Als iemand ernstig ziek wordt, houdt hij er serieus rekening mee dat hij spoedig zal sterven. Een priester staat hem bij om met zijn geweten in het reine te komen en de zieke regelt voor zijn overlijden ook zijn aardse zaken, door een testament op te maken. Er wordt geen verstoppertje met de dood ge­speeld. Familie en vrienden verheimelijken de zieke geenszins de ernst van zijn toestand. Iedereen die scheep gaat, depo­neert zijn laatste wil bij de de Casa da India in Lissabon. Speciale ambtenaren zorgen ervoor dat de bezit­tin­gen van een overledene overhandigd worden aan zijn nabe­staan­den, onverschillig waar ter wereld zij zich bevin­den. Het leven is kort en begint daarom vroeg. Velen van de Portugese helden in Indië, Afrika of Brazilië zijn fidalgos van twintig tot dertig jaar. Geloofd wordt dat moed en helden­dom door afkomst bepaald worden. Het woord fidalgo, de samentrekking van `filho de algo’, betekent letterlijk `zoon van ie­mand’ die iets te beteke­nen heeft (gehad). Als een soldaat het gevaar met grote moed is tegemoet getreden, stijgt hij op de maatschappelijke ladder. Ook als hij niet als fidalgo geboren is, wordt hij toch geacht zijn moed aan zijn kinde­ren door te geven. Als een gevaarlijke onderneming beschouwd wordt in dienst van God en de koning verricht te worden, kan men niet versagen. Een man die daarbij het leven laat, verwerft zich aardse glorie en hemelse roem. Wat kan hij zich nog meer wensen?

Er is geen land waarmee Portugal aan het einde van de 15e eeuw zulke sterke economische en religieus-culturele banden heeft en waar Portugezen zo vaak naar toe reizen als Ita­lië. Dit is niet alleen daaraan te danken dat de paus in Rome zetelt, maar ook aan het prestige van de universiteiten in Bologna, Siena, Florence en Padua. Desondanks slaat het 15e eeuwse humanisme, dat in Italië bloeit, niet over naar het Iberisch schiereiland. De grote tijd van het Portugese huma­nisme breekt eerst aan na Manuels tijd. Het humanisti­sche gedachtengoed zal in Portugal geïntroduceerd worden door de vele Portugese studenten die in Parijs, Leuven, Oxford en Salamanca studeren. Afgezien van een joodse pers in Faro, Lissabon en Leiria in de jaren 1465-1472, zijn er voor 1494 geen kranten in Portugal. In dat jaar verschijnt, tengevolge van een Duits initiatief, de eerste krant. Voor 1500 zijn er in Portugal slechts twintig boeken gedrukt. In de eerste helft van de 16e eeuw worden niet meer dan dui­zend boeken uitgegeven. Het zijn voor de helft religieuze werken en voor minder dan tien procent wetenschappelijke verhandelingen. De originaliteit van de late gotiek leidt in Portu­gal tot een aparte stijl die wordt aange­duid met de term `manuelino’. De beroemdste bouwwerken in deze stijl zijn: het Convento de Jerónimos in Belém, waarvan de bouw in 1502 is ge­start; de Torre de Belém, uit 1515 en het Con­vento de Cristo in Tomar.

1.5 Buitenlandse politiek.; de positie van de joden.