Hoofdstuk 2
Portugal ten tijde van Afonso V (1438-1481)
2.4 Strijd met Castilië
Geschreven door Arnold van Wickeren
Interventie in elkaars aangelegenheden is voor Castilië en Portugal niet ongebruikelijk. Telkens als er tweedracht ontstaat in een van beide landen, lokt dit een reactie van het buurland uit. De rechtvaardiging daarvoor is een vage wens van de koningen van Castilië en Portugal het gehele Iberische schiereiland te verenigen. Tijdens de regering van Enrique IV (1454-1474) beleeft Castilië turbulente tijden. De autoriteit van de koning wordt nauwelijks gerespecteerd en van zijn dochter en erfgenaam Juana wordt terecht of ten onrechte gezegd, dat zij de dochter is van een edelman, Beltrán de la Cueva. Vandaar haar bijnaam `Beltraneja’. Enrique heeft voor zijn dochter en voor zijn zuster Isabella verschillende huwelijkskandidaten op het oog. De Portugese koning Afonso V, die weduwnaar is, en zijn zoon João, de latere koning João II, behoren tot de prominentste kandidaten. Isabella, begerig om te trouwen, treedt echter leeftijd in 1469 in het huwelijk met kroonprins Ferdinand van Aragón. Isabella is dan achttien en Ferdinand zeventien jaar oud. Als Enrique II in 1474 overlijdt, roept Isabella zich uit tot koningin van Castilië. De feodale partij in Castilië, die vijandig staat tegenover Isabella, biedt de Portugese koning de kroon van Castilië aan. Verwacht wordt dat Afonso V dan met Juana trouwt. Deze huwt Juana begin 1475 inderdaad en hij noemt zich koning van Léon en Castilië, daarmee de rechten van Juana op de Castiliaanse troon onderstrepend. Dit betekent oorlog tussen Portugal en Castilië. Juana wordt door weinig Castiliaanse edelen gesteund. Velen aarzelen of zij voor Afonso zullen kiezen, of voor het jonge koppel Isabella en Ferdinand, dat hen met beloften, steekpenningen en morele argumenten aan zijn zijde tracht te krijgen. Afonso valt in 1475 Castilië binnen, bezet het grootste deel van León, maar slaagt er niet in de vijand in 1476 bij Toro beslissend te verslaan. Door zijn nederlaag verliest Afonso zijn aanzien onder de Castiliaanse adel. Hij keert terug naar Portugal en tracht vergeefs interventie van Frankrijk uit te lokken. Afonso neemt dan, tegen de raad van zijn meeste adviseurs in, het ongebruikelijke besluit koning Louis XI van Frankrijk persoonlijk te gaan overtuigen van de rechtmatigheid van zijn aanspraken op de kroon van Castilië.
Hij zeilt met twintig schepen naar Collioure en reist over land naar Tours, om de hulp van Louis XI tegen Castilië in te roepen. Afonso raakt in 1476 betrokken bij het eindspel in het bittere conflict tussen Louis XI en Karel de Stoute, hertog van Bourgondië. Afonso laat zich gemakkelijk door beide kemphanen beïnvloeden en is diplomatiek te onbekwaam om ook maar iets te kunnen uitrichten. Het gevolg is dat hij het verbruit zowel bij Louis XI, als bij Karel de Stoute. Hevig teleurgesteld doet Afonso in 1477 afstand van de troon van Portugal en scheept zich in voor een pelgrimsreis naar het Heilige Land. Louis behoedt hem voor dit avontuur door hem min of meer gedwongen naar Portugal terug te doen keren.
Afonso arriveert zwaar gedesillusioneerd in zijn land. Zijn zoon João, die zichzelf enkele dagen eerder tot koning heeft uitgeroepen, geeft zijn nieuwe waardigheid op en haalt zijn vader over de koninklijke macht weer te gaan uitoefenen. Portugal en Castilië trachten vanaf 1477 het geschil om de troon van Castilië door onderhandelingen op te lossen. Deze onderhandelingen, die aan Portugese zijde gevoerd worden door kroonprins João, worden in 1479 afgerond met het Verdrag van Alcáçovas. Hetzelfde jaar waarin Ferdinand van Aragón de troon erft van Juan II van Aragón en Sicilië (1458-1479) en Aragón en Castilië verenigd worden. Isabella en Ferdinand regeren vanaf 1479 over geheel Spanje, vooralsnog met uitzondering van de kleine koninkrijken Navarra en Granada. Bij het Verdrag van Alcáçovas geeft Afonso de rechten van zijn vrouw op de Castiliaanse troon op. Juana trekt zich diep teleurgesteld terug in een klooster, waar zij in 1530 zal overlijden. Na de terugkeer van Afonso in Portugal in 1477 tot aan diens overlijden in 1481 delen Afonso en João de koninklijke macht, waarbij João volledig belast is met het toezicht op de overzeese expansie.
2.5 De reizen van Diogo Gomes en Pedro de Sintra (1458-1462).